in welke gevallen de inschrijving in het Grootboek plus de grondwaarde in totaal 5.215, lager zijn dan de restant-hoofdsom der leningen ad ƒ78.895—Ook daar, waar onteigening van de grond heeft plaats gehad, overtreft de inschrijving in het Grootboek de restant- hoofdsom, met uitzondering van twee leningen, waarbij de inschrijving in totaal 4.400, lager is dan de restant-hoofdsom der leningen ad ƒ47.410, RESERVERING EN WINSTVERDELING. Bij de buitengewone reserve werd dit jaar aan rente geboekt 9.432,64. Op de effecten werd in het afgelopen jaar een koersverlies geleden van 153.466,12. Dit verlies is in hoofdzaak een gevolg van de koersdaling der investeringscertificaten, waarin wij destijds een gedeelte van onze geblokkeerde gelden hebben moeten beleggen. Bovengenoemd bedrag wordt in mindering van de reserve voor koersverschillen effecten geboekt. De effecten zijn opgenomen naar de beurskoers van de laatste beursdag in 1951, de obligaties echter niet hoger dan pari. Na dotatie van ƒ35.000,aan de extra reserve en na aanvulling van het pensioen fonds, bedraagt het winstsaldo 353.946,80. Na betaling van 183.716,50 voor rente, verschuldigd over de niet-verplichte stortingen op aandelen, komt dan voor verdere verdeling in aanmerking een bedrag van 170.230,30. Wij stellen U voor, uit het totaal aan aandeelhouders toekomende, evenals het vorig jaar, een dividend van 20,— uit te keren op de aandelen van 1.000,met 20 storting en een dividend van 10,op de aandelen van 1.000,met 10 storting, betaalbaar op dividendbewijs No. 64. Wordt dit voorstel aangenomen, dan wordt de statutaire reserve vermeerderd met 18.953,29 en de buitengewone reserve met 9.552,65. De Directie: M. J. BOS. C. A. KINGMA. J. WILKENS. F. C. KLEYN. 16 Nederlandsche Hypotheekbank N.V.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1951 | | pagina 16