RESERVES. De Algemene reserves bedroegen na de winstver# delingen op 1 Januari 195015.530.364,33 Zij vermeerderden in 1950 met: rente over diverse reserves75.811,09 extra dotatie125.000,— 200.811,09 en verminderden met: kosten van aankoop van aandelen in dochtermaatschappijen25.490,62 175.320,47 15.705.684,80 Verhoging uit de winst over 1950, volgens voorstellen 132.145,31 Algemene reserves15.837.830,11 De Bijzondere reserves bedragen 1.399.847,23x) Verhoging uit de winst 1950, volgens voorstel18.764,90 1.418.612,13 Totale reserves17.256.442,24 Hypotheken Uitstaande 31 Dec. 1949 ƒ171.254.518,16 Gesloten ƒ34.042.875,- Afgelost 23.590.392,02 Vooruitgang10.452.482,98 Uitstaande 31 Dec. 1950 181.707.001,14 Gem. rente 3,8090%. Pandbrieven en schuldbekentenissen In omloop 31 Dec. 1949 ƒ157.027.800,- Geplaatst ƒ24.952.000,— Uitgeloot en ingekocht 21.607.000,— Vooruitgang3.345.000, In omloop 31 Dec. 1950 ƒ160.372.800, Gem. rente 3,1295 5 Concern. Hierin zijn niet begrepen de reserves voor diverse belangen ad ƒ1.761.609,79 en de reserve voor hypotheken bij de Rotterdamsche Hypotheekbank ad f 548.835,29.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1950 | | pagina 7