Concern.
Aan de algemene vergaderingen van aandeelhouders
in de Friesch=Groningsche Hypotheekbank N.V., Nederlandsche
Hypotheekbank N.V., Rotterdamsche Hypotheekbank N.V. en
Algemeene Friesche Hypotheekbank N.V.
Wij hebben kennis genomen van de door de directie opgemaakte en aan Uwe ver
gaderingen overgelegde jaarstukken onzer vennootschappen over 1950. De controle werd
ook deze keer verricht door de daarvoor benoemde accountants, t. w. het accountants
kantoor Joh. Doornbos te Groningen en het accountantsbureau opgericht door A. E.
Meijer J. Hörchner te Amsterdam.
Het resultaat van hun onderzoek blijkt uit hun hierna volgende verklaring.
Op grond van de van hen verkregen gegevens hebben wij de overgelegde balansen
en winst- en verliesrekeningen goedgekeurd overeenkomstig de statuten. Wij adviseren
U tot vaststelling dezer stukken over te gaan en de dividenduitkeringen te bepalen over
eenkomstig de voorstellen der directie.
De uitbreiding van ons concern met de Rotterdamsche Hypotheekbank N.V. kreeg
in het afgelopen jaar haar beslag.
Aan de beurt van aftreden als commissarissen zijn de heren Mr. P. W. J. H. Cort
van der Linden, B. A. Poulie Wilkens en G. Warning, terwijl zal moeten worden
voorzien in de vacature in ons college ontstaan door het overlijden van de Heer
F. I. de Greve.
Met dankbaarheid herdenken wij de grote toewijding van de Heer De Greve aan de
zaken van het concern, waaraan hij meer dan 43 jaren zijn gewaardeerde medewerking
heeft gegeven.
Bij de herdenking van het 60-jarig bestaan der Friesch-Groningsche Hypotheekbank N.V.
en de Nederlandsche Hypotheekbank N.V., hetwelk samenvalt met het 50-jarig bestaan
der Algemeene Friesche Hypotheekbank N.V., bleek opnieuw de zo verheugende goede
verhouding tussen allen, die aan het concern zijn verbonden.
Gaarne betuigen wij onze erkentelijkheid aan directie en personeel voor hetgeen zij
in 1950 in het belang van onze instellingen hebben gedaan.
Het college van commissarissen:
G. NAUTA, president.
28