VERSLAG van de Commissie op 9 Maart 1950 door Pandbriefhouders benoemd in de algemene vergadering van aandeelhouders der naamloze vennootschap „Nederlandsche Hypotheekbank N.V.” opgericht te Veendam (Art. 42 der Statuten). De ondergetekenden, L. J. Harmsen, directeur van het „NILLMIJ’’-concern te ’s-Gravenhage en Jhr. Mr. P. A. van Holthe tot Echten, Directeur Coöp. Ver. „Centraal Beheer” te Amsterdam, leden der commissie benoemd door pandbriefhouders volgens artikel 42 der Statuten, verklaren hierdoor, dat zij zich, na alle door hen gevraagde uit voerige inlichtingen van de directie te hebben verkregen en na inzage van het accountants rapport van het Accountantsbureau opgericht door A. E. Meijer J. Hörchner te Amsterdam en het Accountantskantoor Joh. Doornbos te Groningen, een mening hebben kunnen vormen over het beheer der bank. De overtuiging heeft zich bij hen gevestigd, dat de belangen van pandbriefhouders op uitnemende wijze worden behartigd. De commissie wil gaarne een woord van waardering uiten over de wijze, waarop de directie ook over dit boekjaar het beheer heeft gevoerd. Amsterdam, 19 Februari 1951. L. J. HARMSEN. P. A. VAN HOLTHE TOT ECHTEN. 17 Nederlandsche Hypotheekbank N.V.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1950 | | pagina 17