Volgens de normen van het contröle-orgaan dient te worden afgeschreven 2.793,15. Per 31 December 1948 was afgeschreven 3.448,17, zodat 655,02 vrijkomt, welk bedrag bij de reserve voor diverse belangen wordt gevoegd. Verkopen krachtens ons recht van executie vonden niet plaats. Het op de balans voorkomende bedrag van de reserve voor hypotheken ad 101.771,09 is het bedrag dat wij volgens de normen van het contróle-orgaan dienen te reser veren terzake van onvoldoende gedekte leningen, welke voor het merendeel gevallen van oorlogsschade betreffen. Het vorig jaar bedroeg deze reserve 114.002,09, zodat 12.231,vrijkomt, welk bedrag bij de reserve voor diverse belangen wordt gevoegd. Onze instelling bezit geen ingekochte onderpanden, noch is zij, behalve wat betreft het voormalig kantoorgebouw en het naastgelegen perceel te Leeuwarden, op enige wijze betrokken bij de eigendom van onroerende goederen. De bedongen periodieke aflossingen op de leningen kwamen in het algemeen regel matig binnen. Ons belang bij leningen, waarvan de onderpanden geheel of gedeeltelijk zijn verwoest (c.q. afgebroken) en/of onteigend, is verdeeld over: 34 leningen waarvan de onderpanden geheel verwoest (c.q. afgebroken) en/of onteigend zijnf 521.920,— Geen leningen, waarvan de onderpanden gedeeltelijk zijn verwoest (c.q. afgebroken) en/of onteigend. Hiervan is tot dusverre voor 30 leningen tot een totaal bedrag van ƒ470.782,50 inschrijving in het Grootboek voor den Wederopbouw verkregen. Bij geen enkele lening overtreft de restant-hoofdsom de inschrijving in het Grootboek. Onze inspecteurs, de heren J. Kamps te ’s-Gravenhage, A. M. Joustra te Haarlem, G. Hoogerkamp te Groningen en H. v. d. Bout te Voorburg zorgden voor de controle op de voor ons verbonden percelen en voor het contact met taxateurs, agenten en andere relaties. Deze werden in hun taak bijgestaan door de adjunct-inspecteurs, de heren C. Hauwert te Amsterdam en J. Dierdorp te ’s-Gravenhage. RESERVERING EN WINSTVERDELING. De statutaire reserve is deels belegd in effecten, waarvan een specificatie is gegeven op pag. 30 en verder in schatkistpapier. De effecten zijn gewaardeerd naar de beurskoers van de laatste beursdag in 1949, doch niet hoger dan pari. Hierop werd in het afgelopen jaar een koersverlies geleden van ƒ3.688,12, welk bedrag in mindering van de reserve voor koersverschillen effecten wordt geboekt. Wij stellen U voor de rente van het statutair reservefonds ad 16.109,94 toe te voegen aan de extra reserve. Aangezien gebleken is, dat de dotaties in voorgaande jaren aan de reserve voor diverse belangen, waaruit onder meer de verschuldigde belastingen dienen te worden voldaan, groter zijn geweest dan voor de gestelde doeleinden nodig was, menen wij dit jaar mét een toevoeging aan deze reserve van 10.000,te kunnen volstaan. Na aftrek van dit bedrag resteert een winstsaldo van 75.202,05. Wij stellen U voor, hiervan 75.088,te bestemmen voor uitkering van 4 zowel over de verplichte- als niet-verplichte stortingen op aandelen en het restant ad 114,05 te voegen bij de extra reserve. De dividendbewijzen No. 50 zijn bij aanneming van ons voorstel betaalbaar met 4,te verminderen met de verschuldigde 15 dividendbelasting. Amsterdam, 9 Maart 1950. De Directie: M. J. BOS. C. A. KINGMA. J. WILKENS. 21 Algemeene Friesche Hypotheekbank N,V

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1949 | | pagina 21