Aan de Aandeelhouders der FrieschsGroningsche Hypotheekbank N.V., opgericht te Groningen. ZESENVIJFTIGSTE BOEKJAAR. Overeenkomstig het voorschrift van art. 43 der statuten bieden wij U hierbij aan het jaarverslag onzer vennootschap over 1946, met balans en winst- en verliesrekening, en een voorstel tot winstverdeeling. Ofschoon wij er het vorig jaar in geslaagd zijn het jaarverslag wederom in eenigs- zins grooteren omvang te doen verschijnen, blijft de papierschaarschte ons nog ver hinderen hieraan een lijst van aandeelhouders toe te voegen. Deze ligt echter ten kantore voor een ieder ter inzage; bovendien kan een beperkt aantal exemplaren op aanvrage beschikbaar worden gesteld. Alvorens tot het verslag van onze vennootschap over te gaan, geven wij U de Personalia en een Algemeen Overzicht betreffende het geheele concern der Friesch-Groningsche-, Nederlandsche- en Algemeene Friesche Hypotheekbank. PERSONALIA. In de jaarlijksche algemeene vergaderingen van onze instellingen werden de Heeren Mr. H. Albarda, B. A. Poulie Wilkens en G. Warning als commissarissen herkozen. Thans zijn aan de beurt van aftreden de Heeren Mr. P. W. J. H. Cort van der Linden, J. H. Groeneveld en Dr. E. van Welderen Baron Rengers. De commissie van toezicht bestond dit jaar uit de Heeren Dr. E. van Welderen Baron Rengers, Mr. D. U. Stikker en G. Warning. Gedurende een langdurige buiten- landsche afwezigheid van den Heer Stikker, werd diens plaats vervuld door den Heer Mr. H. Albarda. Met ingang van 1 Januari 1947 is de Heer Mr. A. H. Koning, directeur van de Betuwsche Hypotheekbank te Geldermalsen, benoemd tot algemeen procuratiehouder aan ons kantoor te Groningen met den titel-van directeur van dat kantoor. In Mei 1946 is de Heer W. J. Mekking, candidaat-notaris, benoemd tot procuratie houder aan ons kantoor Amsterdam en in September 1946 de Heer A. Balkema tot procuratiehouder aan ons kantoor ’s-Gravenhage. Deze laatste werd benoemd in de plaats van den procuratiehouder, den Heer H. Swierenga, aan wien op de meest eervolle wijze ontslag werd verleend, na meer dan 40 jaar tot groote tevredenheid van de directie in dienst van de Friesch-Groningsche werkzaam te zijn geweest. ALGEMEEN OVERZICHT. In ons jaarverslag over 1945 spraken wij de hoop uit, dat wij er in 1946 in zouden slagen het gestoorde evenwicht tusschen de bedragen aan uitstaande pandbrieven en hypotheken te herstellen, hetzij door uitloting, hetzij door het sluiten van nieuwe hypotheken. 3

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1946 | | pagina 5