Aan de Aandeelhouders der Friesch^Groningsche Hypotheekbank N.V. te Groningen. EENENVIJFTIGSTE BOEKJAAR. Overeenkomstig het voorschrift van art. 43 der statuten, hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het jaarverslag onzer vennootschap over 1941, met balans en winst- en verliesrekening, en een voorstel tot winstverdeeling. Dc gegevens van de ^C^inschoter Hypotheekbank, waarvan alle aandeelen in ons bezit zijn, zijn hierin verwerkt. ALGEMEEN OVERZICHT. Tengevolge van het voortduren van den oorlog werden de mogelijkheden voor nieuwe aanbouw steeds geringer, zoodat ons bedrijf hoofdzakelijk aangewezen bleef op het sluiten van leeningen op bestaande gebouwen. Het gelukte ons van het enorme bedrag aan binnengekomen aflossingen, bij de gezamenlijke instellingen van ons concern ƒ21.006.670,21 bedragende, in totaal voor een bedrag van 19.781.248, weder te beleggen, zij het tegen aanzienlijk minder voordeelige voorwaarden dan over het algemeen voor ons bedrijf gewenscht moet worden geacht; bij het groote aanbod van kapitaal en de geringe vraag voor hypothecair crediet kan echter voorloopig niet anders worden verwacht. De hypotheekrente, die in 1940 aanvankelijk nog 4f% bedroeg, daalde geleidelijk, zoodat in het afgeloopen boekjaar in het algemeen geen hoogere rente dan 4% bedongen kon worden. Door deze daling van de hypotheekrente liep de gemiddelde rente van de totale portefeuille terug van 4,3001% tot 4,2174%. Daar de gemiddelde pandbriefrente slechts met 0,0067 afnam, liep de rentemarge van onze gezamenlijke bedrijven terug van 0,8254% in het vorige jaar tot 0,7494 /0 per 31 December 1941. Bij nieuwe gevallen van oorlogsschade zijn wij slechts in geringe mate betrokken. De afwikkeling van de reeds geleden oorlogsschade had in de gebieden, waarin wij voornamelijk zijn geïnteresseerd, nog niet plaats, waardoor de achterstand in rentebetaling is toegenomen. Op de overige leeningen is deze achterstand echter belangrijk verminderd, daar door de stijging der prijzen en het gemakkelijker verhuren der onderpanden de positie van vele debiteuren aanmerkelijk krachtiger is geworden. De normale voorzieningen tegen verliezen óp debiteuren werden dan ook minder noodig. Hierdoor en ook wegens de vele mutaties als gevolg van verkoopen, kunnen de financieele resultaten nog bevredigend worden genoemd, al nopen de diverse zware belastingen tot verlaging der uitkeeringen. Doordat de werkzaamheden van het kantoor te Veendam steeds meer op het kantoor te Groningen werden samengetrokken, hebben wij eerstgenoemd kantoor omgezet in een hoofd agentschap onder leiding van den Heer H. Broeklander. Het hoofdagentschap bleef gevestigd in het vroegere kantoorgebouw. Wij spreken gaarne onze erkentelijkheid uit voor de ijver en toewijding, waarmede onze be ambten ook dit jaar hun taak wederom vervulden. PERSONALIA. De Heeren Mr. Aug. Philips en V. J. A. Wilkens bedankten in verband met hun gezondheids toestand vóór de algemeene vergadering als commissaris. Tot ons groot leedwezen ontvingen wij reeds kort daarna het bericht van het overlijden van den heer Wilkens. In den Heer Philips verliezen wij een commissaris, die met zijn helder verstand en scherp juridisch inzicht ons in vele gevallen met raad heeft bijgestaan. Wij zijn hem grooten dank verschuldigd voor al hetgeen hij in het belang van onze vennootschap heeft verricht. Door de prettige wijze waarop wij met den Heer Wilkens na de fusie met de Nederlandsche, als lid van de commissie van toezicht, eenige jaren hebben mogen samenwerken, zal zijne na gedachtenis bij ons steeds in dankbare herinnering blijven. Als nieuwe commissarissen werden benoemd de Heeren: Mr. Arn. J. d’Ailly, directeur van de Kasvereeniging N.V. te Amsterdam, Mr. H. Albarda, lid van de firma Heldring Pierson te Den Haag en van de firma Pierson Co. te Amsterdam, Mr. G. Nauta, notaris en advocaat te Rotterdam, B. A. Poulie Wilkens, directeur van de Stroostoffabriek „Phoenix” N.V. te Veendam. 1

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1941 | | pagina 3