Aan de Aandeelhouders der FrieschüGroningsche Hypotheekbank N.V. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat wij kennis hebben genomen van het schriftelijk verslag der directie van den toestand der bank en hare verrichtingen over 1940. Wij kunnen ons met dat verslag, dat U volledig inlicht, geheel vereenigen. De balans en de winst- en verliesrekening zijn door ons voorloopig goedgekeurd. Wij geven U in overweging beide vast te stellen in den aangeboden vorm. Wij stellen U voor, evenals het vorige jaar, 44,per aandeel van 1.000,waarop 20% is gestort, als dividend uit te keeren en 11,per aandeel van 250, De boekhouding is gecontroleerd en de balans geverifieerd door de accountants kantoren Joh. Doornbos en A. E. Meijer J. Hörchner. Het ontvangen rapport van deze deskundigen vindt U in het verslag afgedrukt. In de algemeene vergadering van 4 Maart 1940 werden de aftredende commissarissen herkozen en werd benoemd tot lid van het co.llege Mr. D. U. Stikker te Amsterdam. Vermeldde reeds het vorig verslag, dat ons medelid W. Kakebeeke door ziekte ver hinderd was de stukken te teekenen, thans moeten wij helaas het bericht van zijn overlijden brengen. Volkomen op de hoogte van den toestand in het gewest, waarvoor hij zooveel deed, nauwgezet in zijne adviezen, beteekent zijn heengaan voor onze vergadering egn voelbaar verlies. Bij den aanvang van het jaar bestond de commissie van toezicht uit de heeren de Marees van Swinderen, Buma en van Welderen Rengers. In den loop van het jaar gaven beide eerstgenoemden den wensch te kennen deze functie neer te leggen. Voor ons allen beteekende hun heengaan uit dit ambt zeer veel. Sedert de samenwerking met de Nederlandsche Hypotheekbank hadden de heeren met bekwaamheid en toewijding de bank gediend en als de omstandigheden het zouden hebben toegelaten, hadden wij gaarne gezien, dat onder leiding van den heer van Swinderen het vijftigjarig bestaan onzer instelling gevierd zou zijn. Nu dit niet zoo heeft mogen zijn is het voor ons college toch een voldoening beide heeren in ons midden, als commissarissen, te mogen behouden. Als president-commissaris is benoemd de heer Dr. E. van Welderen Baron Rengers, terwijl naast hem in de commissie van toezicht zijn benoemd de heeren Mr. D. U. Stikker en G. Warning. Dit jaar zijn aan de beurt van aftreding de heeren Mr. P. W. J. H. Cort van der Linden, Mr. J. Heres Diddens en V. J. A. Wilkens. Wij willen dit verslag besluiten met U als onze meening kenbaar te maken, dat de directie, in dit zoo bij uitstek moeilijke jaar, bewezen heeft ten volle berekend te zijn voor haar taak. E. VAN WELDEREN RENGERS, 15 Het college van commissarissen President.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1940 | | pagina 15