In het afgeloopen jaar verkochten wij voor een bedrag van ƒ4.177,99 meer aan
onroerende goederen, dan wij inkochten. Wij voegen dit bedrag bij de reserve voor inkoop
van onderpanden, thans groot 118.369,04. De in ons bezit zijnde onderpanden blijven
dus voor 1,— te boek staan. Het grootste gedeelte dezer perceelen was op 31
December verhuurd voor ƒ12.827,60. Twee belangrijke panden met een huurwaarde van
10.000.waren op dien datum nog onverhuurd.
U vindt op pagina 21 nadere gegevens hiervan.
Behoudens de daargenoemde bezitten wij geen ingekochte perceelen, noch zijn wij,
behalve wat betreft onze kantoorgebouwen, op eenigerlei wijze bij den eigendom van
onroerende goederen betrokken.
De bedongen periodieke aflossingen op de leeningen kwamen in het algemeen regel
matig binnen. In totaal werd voor 5,45 der periodieke aflossingen vrijstelling verleend.
Onze inspecteurs, de Heeren A. van Popta en J. Kamps te ’s Gravenhage, H. E.
Wieringa te Naarden, A. M. Joustra te Haarlem en G. Hoogerkamp te Groningen,
zorgden voor de controle op de voor ons verbonden perceelen en het verband met taxa
teurs, agenten en andere relaties. t
CONTROLE.
De controle op het beheer en de administratie der bank geschiedt:
A. door commissarissen en meer speciaal door de commissie van toezicht overeen
komstig de statuten.
B. door de accountantskantoren Joh. Doornbos te Groningen en A. E. Meijer
J. Hörchner te Amsterdam, waarvan U het resultaat hierachter vindt afgedrukt.
C. door het door de vereeniging van directeuren van hypotheekbanken ingestelde
contróle-orgaan onder voorzitterschap van den Heer Mr. J. Donner, lid van
den Hoogen Raad der Nederlanden en Oud-minister van Justitie.
D. door de Rijkspostspaarbank overeenkomstig de door haar vastgestelde voor
waarden.
De balans en winst- en verliesrekening en de bij de wet voorgeschreven toelichting,
die wij hierachter laten volgen, hebben gedurende den bij de statuten voorgeschreven
termijn ten kantore der bank ter inzage gelegen.
RESERVES.
Onze statuten geven in art. 47 aan de vergadering van aandeelhouders telken jare
de beslissing of de rente van de reservekas en de extra-reserve gevoegd zullen worden
bij deze reserve, of bij de speciale reserve.
Wij stellen U voor dit jaar de rente ad 140.296,74 te voegen bij de speciale reserve.
Op de effecten der reserves werd in het afgeloopen jaar een koersverhes geleden van
ƒ247.857,75, waarvan een bedrag van 54.770,87 wordt gedekt door de reserve voor
koersverschillen effecten.
Wij stellen U voor het restant ad 193.086,88 ten laste van de speciale reserve te
brengen.
De effecten zijn opgenomen naar den beurskoers van 29 December 1939.
Wanneer U ons voorstel tot verdeeling der winst aanneemt, zullen de reserves,
ondanks bovengenoemd koersverlies, in totaal met 55.765,78 worden vermeerderd en
gebracht op 6.436.290,53.
6