Bij de beoordeeling van dit cijfer dient men er rekening mee te houden, dat het tengevolge van de steeds verder gaande daling van de hypotheek en pandbriefrente aan voortdurende belangrijke wijziging onderhevig is. Zooals uit de balans blijkt, was op 31 December 72.765,35 aan rente achterstallig, tegen 79.080,39 op 31 December van het vorige jaar. Dit bedrag was op 23 Maart verminderd tot 30.082,61. Volgens de normen van het controleorgaan dient hierop afgeschreven te worden 14.283,42, dus behalve het vorige jaar gereserveerde bedrag ad 12.848,73 nog 1.434,69. In het afgeloopen jaar hebben wij 33 maal van ons recht van executie gebruik moeten maken tegen 53 maal het vorige jaar. De opbrengsten waren in verreweg de meeste gevallen voldoende, om daarop onze vorderingen te verhalen. In twee gevallen kochten wij het onderpand in. Buiten de gevallen, dat de onderpanden door ons werden ingekocht, leden wij verliezen tot een bedrag van ƒ3.423,75 in hoofdsom, waaronder 320,van in 1936 gehouden executie’s. Op pagina 22 vindt U een overzicht van de executieveilingen. In drie gevallen kochten wij bij vrijwillige doch op ons aandringen gehouden veilingen of onderhands het onderpand in. In één geval verkochten wij het onderpand in den loop van het jaar. Van de beide in ons bezit gebleven perceelen ligt één in den Haag en één in Amsterdam. Bij diverse verkoopen leden wij verder verliezen tot een bedrag van 5.100,welke verliezen niet op de debiteuren te verhalen waren. In het afgeloopen jaar verkochten wij voor een bedrag van ƒ71.975,30 meer aan onroerende goederen dan wij inkochten. Waar de vroeger ingekochte onderpanden op de balans van 1936 tot op één gulden per stuk zijn afgeschreven en deze rekening bij de winstverdeeling van het vorige jaar is gecrediteerd met 100.000,staat de rekening ingekochte onderpanden credit voor 171.945,30. Wij stellen U voor de overgebleven 20 ingekochte onderpanden voor ƒ1,te boek te stellen en op een afzonderlijke rekening een bedrag van ƒ171.946,30 te reserveeren voor afschrijving van eventueel later in te koopen onroerende goederen. U vindt op pagina 23 een lijst van de in ons bezit zijnde ingekochte onderpanden. Behoudens de daargenoemde, bezitten wij geen ingekochte perceelen, noch zijn wij, behalve wat betreft onze kantoorgebouwen op eenigerlei wijze bij den eigendom van onroerende goederen betrokken. De bedongen periodieke aflossingen op de leeningen kwamen in het algemeen regel matig binnen. In totaal werd voor ongeveer 18 der periodieke aflossingen vrijstelling verleend. Onze Inspecteurs de Heeren A. van Popta en J. Kamps te ’s-Gravenhage, H. E.Wieringa te Naarden, A. M. Joustra te Haarlem en G. Hoogerkamp te Veendam zorgden voor de controle op de voor ons verbonden perceelen en het verband met taxateurs, agenten en andere relaties. 6

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1937 | | pagina 8