mogelijk alle aangeboden pandbrieven tegen een vooruit vastgestelden koers terug te nemen. Eind September hebben wij bekend gemaakt, dat de pandbrieven voorloopig tegen den beurs koers door ons werden ingekocht. Tot heden hebben wij alle ons aangeboden bedragen daar voor teruggenomen. De laagste beurskoersen der 4%, en 5% pandbrieven zijn respectievelijk geweest 85%, 87% en 961/*%. Door het feit, dat wij in de eerste helft van het jaar moeilijk solide eerste hypotheken konden verkrijgen, zagen wij ons genoodzaakt met de overtollige middelen een gedeelte der uitstaande 5% pandbrieven uit te loten. Aflosbaar gesteld werd voor een bedrag van f 3.869.300, Bij de verplichte uitloting per 1 October werd voor een bedrag van f 1.653.000,uitgeloot, waaronder zich voor een bedrag van f 67.800,in portefeuille bevond, zoodat door deze loting het uitstaand bedrag der pandbrieven verminderde met f 1.585.200, In dit jaar werd door ons verkocht f 8.279.900,en ingekocht f 2.205.900,Uitgeloot in totaal f 5.454.500,zoodat de vooruitgang over het afgeloopen jaar bedraagt f 619.500, Op 31 December j. 1. had onze Instelling een bedrag van f 63.425.500,aan pandbrieven uitstaan. De nummers der in dit en in de vorige jaren uitgelote nog niet ter verzilvering of ter verwisseling aangeboden pandbrieven vindt hierachter vermeld. De gemiddelde rente der pandbrieven bedroeg 31 December 1931 4,3982% tegen 4,4478% op 31 December 1930. Hypotheken. Wij sloten in het afgeloopen jaar 493 leeningen af, tot een bedrag van f 12.479.720, terwijl wij aan aflossingen ontvingen f 10.683.830,50. De vooruitgang aan uitstaande hypotheken bedraagt derhalve dit jaar f 1.795.889,50 waardoor het uitstaand bedrag is gestegen tot f 67.686.819,50. In den regel worden de leeningen voor 5 jaar, bij uitzondering voor 10 jaar gesloten. De gemiddelde rente der hypotheken bedroeg op ultimo December 5,1643% tegen 5,2396% op 31 December 1930. Door de daling van de gemiddelde rente der pandbrieven met 0,0496% en de daling van de rente der hypotheken met 0,0753% werd het verschil in rente tusschen hypotheken en pandbrieven 0,0257% kleiner en gebracht op 0,7661%. Zooals uit de balans blijkt, was op 31 December f 13.687,76 aan rente achterstallig, welk bedrag nu is verminderd tot f 4.418,03. Onder dit laatste cijfer komt nog een bedrag van f 3.261,09 aan rente van leeningen voor, waarvan de onderpanden reeds zijn verkocht en waarbij onze vordering geheel gedekt bleek te zijn, doch waarvan de afrekening nog niet heeft piaats gehad. In het afgeloopen jaar hebben wij 15 maal van ons recht van executie gebruik moeten maken. In 11 gevallen bleek onze vordering aan hoofdsom, rente en kosten ruimschoots gedekt te zijn. In één geval leden wij eenig renteverlies. Bij 2 executie’s, waarvan de onderpanden gelegen waren te Oldenzaal en Enschede, hadden wij een verlies in hoofdsom van respectievelijk f 4460,en f 980,Van één leening werd een gedeelte van het onderpand verkocht aan derden, een gedeelte door ons ingekocht. Het door ons ingekochte bestaat uit twee huizen te Sittard, die beide door ons zijn verhuurd. Wij stellen U voor ze voor f 2,op de balans te plaatsen. Bij een vrijwillige verkooping van een onderpand leden wij een verlies van f 387,in hoofdsom. Behalve deze en het, het vorige jaar door ons ingekochte perceel land, dat eveneens tot op fl,is afgeschreven, bezitten wij geen ingekochte onderpanden, noch zijn wij op eenigerlei wijze betrokken bij den eigendom van door ons geëxecuteerde onroerende goederen. 6

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1931 | | pagina 8