EEN EN VEERTIGSTE BOEKJAAR.
aw
Commissarissen
A andeelenkapitaal.
Pandbrieven.
5
Ter voldoening aan art. 43 der Statuten hebben wij de eer U ons jaarverslag over 1931
aan te bieden.
Zooais U uit de volgende gegevens zal blijken, kunnen wij met de resultaten tevreden zijn.
In de algemeene vergadering gehouden den 2 Maart 1931 zijn door U tot Commissarissen
herkozen de Heeren Dr. E. VAN Welderen Baron Rengers, J. H. Groeneveld en Jhr.
Mr. T. J. van Iddekinge. Aan de beurt van aftreding zijn thans de Heeren I. I. Vriesendorp
van Renesse, F. I. de Greve en Mr. Aug. Philips.
In het afgeloopen jaar hadden de Heeren Mr. H. E. Oving, Dr. E. van Welderen
Baron Rengers en Jhr. Mr. T. J. van Iddekinge zitting in de Commissie van Toezicht.
Het geplaatste aandeelenkapitaal bedroeg bij den aanvang van het jaar f 4.000.000,
Statutair was verhooging niet noodig, daar nog steeds ruim werd voldaan aan de voor
schriften der Statuten omtrent de verhouding welke moet bestaan tusschen het bedrag der
uitstaande pandbrieven en dat van het kapitaal en de reserves. Wij meenden echter, dat ons
geplaatst kapitaal langzamerhand te klein werd voor den omvang, dien het bedrijf heeft gekregen.
In verband hiermede werd in Maart de inschrijving opengesteld op 500 aandeelen van
f 1000.waarop te storten 20% tegen den koers van 250 met voorkeursrecht voor aandeel
houders.
Van dit recht werd door allen gebruik gemaakt.
De storting had plaats op 1 Juli. Op de nieuwe aandeelen wordt over dit boekjaar het
halve dividend uitgekeerd. Het bij deze emissie verkregen agio werd na aftrek der gemaakte
onkosten bij de Extra Reserve gevoegd.
Door deze aandeelen uitgifte en diverse overschrijvingen vermeerderde het aantal aandeel
houders met 140 en was op 31 Dec. 1.1. 1044.
Geen aandeelhouder bezit meer dan 50 niet volgestorte aandeelen.
In het begin van het jaar werden 41/2% pandbrieven uitgegeven. Wegens den allengs
lager wordenden rentestand werd de uitgifte hiervan gestaakt op 27 Februari en werden na
dien dag slechts 4% pandbrieven beschikbaar gesteld, die tegen steeds hooger koersen gereede
plaatsing vonden.
In de maand September veranderde de toestand geheel. De uitgifte der 4% pandbrieven
moest worden gestaakt, terwijl daarentegen 5% pandbrieven verkrijgbaar werden gesteld.
De 41/2% pandbrieven werden uitgegeven tegen een koers van 101%, de 4% tegen koersen
van 96% tot 100%, de 5% tegen koersen van 100% en 99% en in het laatste gedeelte van
het jaar tegen beurskoers.
Door de dagelijksche koersschommelingen der vaste rentegevende fondsen was het niet langer