5. Naar den rentevoet: 4 0/0f 12.500,— 43/40/0 216.750,— 5 o/o- 14.532.875,— 5i/8°/o- 5.686.925,— 51/4 0/0 - 22.944.625,— 53/80/0 - 782.050,— 51/2%- 11.334.700,— 5% 0/0- 144.000,— 53/4 0/0- 4.337.825,— 6 o/0 990.000,— 61/8 - 48.650,- 61/4O/0 - 199.425,— 63/s%- 32.200,— 6i/2%- 181.450,— f 61.443.975,— De 545 leeningen, gesloten in 1929, zooals hiervoor vermeld, zijn verdeeld als volgt: 1. Naar de grootte: Van f 10.000,en minder 303 leeningenf 1.626.100, - 10.001,— tot t 25.000,— 139 - 2.310.050,— - 25.001,— - 50.000,— 55 - 1.902.900,— - 50.001,— - 75.000,— 23 - 1.454.600,— - 75.001,— - 100.000,— 7 - 622.500,— - 100.001,en daarboven 18 - 4.977.000, Samen 545 ƒ12.893.150, 2. Naar de ligging van het onderpand: Te Amsterdam 33 leeningenf 2.612.100, Rotterdam 27 - 855.850, Den Haag 65 - 3.793.600, In N. Holland (beh. A’dam) 188 - 1.891.950, Z. Holland (beh. R’dam en Den Haag) 36 - 879.500,— Utrecht 43 - 1.055.300, Friesland 39 - 317.700, Groningen 64 - 1.001.200, Overijsel 18 - 148.550, Drente 15 - 81.400, Gelderland 9 - 110.500, Limburg 3 -• 22.100, Noord-Brabant 5 - 123.400, Samen 545 12.893.150,

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1929 | | pagina 14