ZES EN DERTIGSTE BOEKJAAR, "5 Ter voldoening aan art. 43 der Statuten hebben wij de eer U ons jaarverslag over 1926 aan te bieden. Zooais U uit de te verstrekken gegevens zal blijken, is het afgeloopen jaar voor onze Instelling wederom bijzonder gunstig geweest. Commissarissen. In de Algemeene Vergadering, gehouden 1 Maart 1926, zijn door U tot Commissarissen herkozen de Heeren Mr. Dr. I. A. van Rouen, G. A. W. VAN Lanschot en Mr. Aüg. Philips. Aan de beurt van aftreding zijn thans de Heeren Mr. H. E. OvlNG, Mr. J. Heres Diddens en J. H. Groeneveld. In het afgeloopen jaar hadden de Heeren Mr. H. E. Oving, Dr. E. VAN Welderen Baron Rengers en Jhr. Mr. T. J. van Iddekinge zitting in de Commissie van Toezicht. Aandeelen. In 1926 werden 74 aandeelen overgeschreven, waardoor het aantal aandeelhouders met 15 toenam. Van één aandeelhouder werden de volgestorte aandeelen aan toonder gesteld. Geen aandeelhouder bezit meer dan 50 niet-volgestorte aandeelen. Pandbrieven. In het afgeloopen jaar werden geen pandbrieven afgegeven van een hooger rentetype dan 41/2 De 47.2 o/0 pandbrieven werden geplaatst tegen koersen van 98'/2 °/o tot 100 In het begin van het jaar werden nog 4 °/q pandbrieven afgegeven tegen een koers van 93 0/0, terwijl na 8 October uitgelote stukken konden verwisseld worden in 4 0/0 pandbrieven, waarvoor een koers van 95 °/o werd berekend. 31/, pandbrieven werden niet afgegeven, doch werden ingekocht tegen koersen van 85 0/0 tot 871/2 terwijl 5 °/o, 51/* en °/o pandbrieven steeds pari werden teruggenomen. In totaal werd door ons verkocht f 7.218.800,en ingekocht f946.600,De inkoop heeft plaats volgens een vast systeem tegen een koers */s °/o lager» dan de koers van uitgifte op den dag van inkoop. Uitgeloot werd per 20 Mei en 1 October tezamen voor een bedrag van f2.919.900, waarvan zich voor een bedrag van f 66.600,in portefeuille bevond, zoodat door deze lotingen het uitstaande bedrag aan pandbrieven verminderde met f 2.853.300, De vooruitgang over het afgeloopen jaar bedraagt dus f3.418.900,—. Op 31 December 1.1. had onze Instelling in totaal een bedrag van f 50.313.600,aan pandbrieven uitstaan. De uitgelote 6 °/o pandbrieven werden betaalbaar gesteld op 1 September, de 41/, en 5'°/o pandbrieven op 1 December en de 31/* °/o> 4 en 51/* °/o pandbrieven op 3 Januari d.a.v. Bovendien hadden de houders van uitgelote pandbrieven evenals het vorige jaar gelegen heid hun stukken vóór de betaalbaarstelling te ruilen tegen andere, met bijbetaling van het koersverschil door de Bank. Bij ruiling van de uitgelote pandbrieven tegen nieuwe stukken, werd op de laatste reductie verleend. Vele houders maakten van deze voor hen gunstige bepaling gebruik. De nummers der in dit en in de vorige jaren uitgelote, nog niet ter verzilvering of ter verwisseling aangeboden pandbrieven vindt U hierachter vermeld. De gemiddelde rente der pandbrieven bedroeg 31 December 1926 4,4686 °/0, tegen 4,5155 op 31 December 1925.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1926 | | pagina 8