7 Winschoter Hypotheekbank. Op 31 December 1.1. stonden van deze Instelling nog uit 203,577.50 aan hypotheken en t 118,100.aan pandbrieven. In het afgeloopen jaar maakten wij 2 maal van ons recht van executie gebruik. In het eene geval bleek onze vordering ruimschoots gedekt te zijn. De tweede executie betrof een leening in 1919 door de Winschoter Hypotheekbank gezamenlijk gesloten met twee andere Hypotheekbanken. Hoewel de opbrengst van de diverse onderpanden in totaal aanmerkelijk hooger was dan onze vordering, werden wij voor 1/3 deel eigenares in één der perceelen, waarop wij gezamenlijk in eerste veiling met 45,000.— hoogste bieders waren, doordat dit perceel niet werd afgemijnd. Van de in vorige jaren ingekochte onderpanden verkochten wij een complex land voor ƒ5,000. Hierachter vindt U de Balans en Winst- en Verliesrekening per 31 December 1.1. afgedrukt. Wij stellen U voor, om behalve bovengenoemde 5,000.van de winst 9,914.69 te bestemmen voor algeheele afschrijving van ons aandeel in het ingekochte onderpand en het saldo ad t 5,332.85 over te brengen naar de Winst- en Verliesrekening over 1926. Controle. De Rijkspostspaarbank heeft haar contröle op ons bedrijf voortgezet. De voorgeschreven contröle door de Commissie van Toezicht op de kas, de pandbrieven in portefeuille en de royementen, hadden evenals haar wekelijksche vergaderingen geregeld plaats. Door het accountantskantoor Joh. Doornbos is de geheele boekhouding gecontroleerd. Het resultaat vindt U hierachter afgedrukt. De Balans en Winst- en Verliesrekening, die wij hier laten volgen, hebben gedurende 14 dagen ten kantore der Bank ter inzage gelegen. Winstverdeeling. Van de winst ad f 545,640.71 blijft er na de gebruikelijke afschrijving van 3,000.op de Balanswaarde der kantoorgebouwen te Groningen en te Amsterdam en na storting van ƒ10,000. in het Pensioenfonds der Beambten, dat mede hierdoor stijgt tot een bedrag van 121,438.97, een winstsaldo van 532,640.71 over. Hiervan wenschen wij in de eerste plaats 117,841.16, zijnde het bedrag waarmede de Reserve voor Koersverschillen over dit jaar verminderde, te bestemmen voor aanvulling van deze rekening, zoodat deze weer even groot wordt, als zij was bij den aanvang van 1925.' Doordat onze Reservekas het bij de Statuten voorgeschreven maximum heeft overschreden, vervalt de uitkeering van 10 der winst volgens art. 46 der Statuten. Dit feit en de gemaakte winst stellen ons in staat aan U voor te stellen, het dividend op de aandeelen met 4 0/0 te verhoogen en te brengen op 28 zoodat dan aan dividend in totaal wordt uitgekeerd f 182,000. Aan dividendbelasting dient dan 16,833.te worden betaald, terwijl bij deze verdeeling 60,446.73 overblijft, om in de Extra Reserve te worden gestort. Aan tantièmes voor Commissarissen, niet-leden der Commissie van Toezicht, Commissarissen, leden der Commissie van Toezicht en Directie wordt dan uitgekeerd ƒ125,455.14, aan tantièmes voor personeel f 19,439.98, terwijl aan tantièmebelasting 10,624.70 wordt betaald. De tantièmebelasting wordt evenals vorige jaren door de tantièmisten gedragen. De dividendbewijzen le, 2e, 5e en 6e Serie No. 35, 3e Serie No. 22, 4e Serie No. 14, zijn bij aanneming van ons voorstel van heden af betaalbaar met 56.Voor de Opgave van het bedrag, waarmede de dividendbewijzen der volgestorte aandeelen betaalbaar zijn, verwijzen wij U naar de volgende pagina, waar ook de nummers der volgestorte aandeelen worden vermeld. Groningen, 1 Maart 1926. De Directie: C. A. KINGMA. B. DORHOUT MEES.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1925 | | pagina 10