DRIE EN DERTIGSTE BOEKJAAR. 5 Ter voldoening aan art. 43 der Statuten hebben wij de eer U ons jaarverslag over 1923 aan te bieden. Zeer tot ons leedwezen moeten wij dit verslag aan vangen met de mededeeling, dat wij in het afgeloopen jaar het overlijden te betreuren hadden van den Heer Mr. P. B. J. Reeling Brouwer, mede-oprichter van onze Instelling. Directeur van de Bank gedurende bijna 30 jaren, van 1890 tot 1920, daarna lid van de Commissie van Toezicht, was hij als geen ander op de hoogte van onze Instelling, die zich voortdurend in zijn volle belangstelling mocht verheugen. Wij verliezen met hem den grooten steun van zijn op lange ervaring berustende adviezen, doch tevens zijn persoonlijkheid, die door zijn opgewektheid steeds aller harten voor zich innam. Zijn nagedachtenis zal door ons steeds in dankbare herinnering gehouden worden. Commissarissen. In de Algemeene Vergadering, gehouden 5 Maart 1923, zijn door U tot Commissarissen herkozen de Heeren Mr. Dr. I. A. van Rouen, G. A. W. van Lanschot en Mr. H. E. Oving, terwijl in de buitengewone algemeene vergadering, den 15 October LI. gehouden, de Heer Jhr. Mr. T. J. van Iddekinge, advocaat en procureur, te Haren, tot Commissaris werd benoemd. Aan de beurt van aftreding zijn thans de Heeren Dr. J. E. van Welderen Baron Rengers, Mr. J. Heres Diddens en J. H. Groeneveld, die allen herkiesbaar zijn. Gedurende de eerste maanden van het afgeloopen jaar hadden de Heeren Vos, Reeling Brouwer en Oving zitting in de Commissie van Toezicht. In de door het overlijden van den Heer Reeling Brouwer opengevallen plaats werd de Heer van Welderen Baron Rengers benoemd. Aandeelen. In 1923 werden 109 aandeelen overgeschreven, waardoor het aantal aandeelhouders met 10 toenam. Geen aandeelhouder bezit meer dan 50 niet volgestorte aandeelen. Pandbrieven. In het afgeloopen jaar werden door ons af gegeven 4%, 4% °/o en 5 °/o pandbrieven met 2 o/0 uitloting en 5 pandbrieven met 4 uitloting. De 4 werden geplaatst tegen koersen van 841/2% tot 86>/.2 de 4'/2% tegen koersen van 90% tot 92%, de 5 met 2 uitloting tegen koersen van 971/2 tot 98>/2 de 5 met 4 0/0 uitloting tegen koérsen van 98 tot 99 31/2 "/o pandbrieven en 6 pandbrieven werden niet afgegeven. De 31/2% pandbrieven werden ingekocht tegen koersen van 76%% tot 781/2°/oi de 6 tegen den koers van 100%. Zooals uit deze gegevens blijkt, zijn, in tegenstelling met de koersen van verschillende vaste rente gevende fondsen, die der pandbrieven in het afgeloopen jaar zeer stabiel geweest. In totaal werd door ons verkocht f 3,033,500.— en ingekocht (volgens een vast systeem tegen een koers lager dan de koers van uitgifte op den dag van inkoop) f 1,558,100. Op 1 October werd voor een bedrag van ƒ1,076,100.aan pandbrieven uitgeloot. Hiervan bevonden zich voor een bedrag van 38,500.in portefeuille, zoodat door deze loting het uitstaande bedrag aan pandbrieven verminderde met 1,037,600. De vooruitgang over het afgeloopen jaar bedraagt dus 437,800.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1923 | | pagina 8