J&,
15
fz-n-
In het afgeloopen jaar ontviel ons door den dood ons medelid Mr. P. B. J. Reeling
Brouwerdie onze bank mede heeft gesticht en zijn geheele leven, eerst als Directeur en
daarna als Commissaris en Lid van de Commissie van Toezicht, gewijd' heeft aan hare
belangen.
Wij verliezen in hem een man van groote bekwaamheid, naar wiens stem in onze
vergaderingen steeds gaarne werd geluisterd en die grooten invloed had op den gang
onzer zaak. Steeds zullen wij dien innemenden, hartelijken man missen.
Wij hebben de eer U te adviseeren, de Balans en Winst- en Verliesrekening goed
te keuren en het dividend, volgens het voorstel der Directie, te bepalen op 24 °loOfschoon
in de tegenwoordige tijdsomstandigheden meer dan ooit voorzichtigheid bij het vaststellen
van het dividend noodig is, achten wij de in het afgeloopen boekjaar gemaakte winst
wel zoodanig, dat tot het uitkeeren van het bovengenoemde dividend van 24 °lo, d. i.
2 °/o meer dan het vorig jaar, veilig kan worden besloten.
In de buitengewone algemeene vergadering van 15 October j.l. werd de heer
Jhr. Mr. T. J. van Iddékinge, advocaat en procureur te Haren, tot Commissaris benoemd.
De heer en Dr. J. E. van Welder en baron Rengers, Mr. J. Her es Diddens en
J. H. Groeneveld zijn thans aan de beurt van aftreding. Wij dragen hen aan U tot
herbenoeming voor.
Namens de Commissarissen:
P. J. VOS,
President.