11
4. Naar den rentevoet:
4V4°/of 17,525.—
4V2%- 1,658,850.—
4 5/8%- 544,300.—
43/4% - 10,315,705.—
47/8% -- 189,050.—
5 - 8,452,095.—
5V4%- 5,082,800.—
5s/8%- 23,400.—
5V2%- 2,057,705.—
55/8°/o- 138,750.—
58/4°/o- 1,818,860.—
6 «/o- 4,428,900.—
6V8°/o - 220,250.—
6V4°/o- 3,130,725.—
63/8/%- 107,350.—
6V2% - - 3,921,075.—
63/4% - 4,400.—
De 494 leeningen, gesloten en gecedeerd in 1921, zooals hiervoor vermeld, zijn verdeeld
als volgt:
1. Naar de grootte:
Van f 10,000.en minder
278 leeningen
1,306,515.—
- 10,001.— tot f 25,000.—
135
-
2,208,775.—
- 25,001.— - 50,000.—
51
1,822,500.—
- 50,001.— - 75,000.—
12
-
751,000.—
- 75,001.— - 100,000.—
4
355,000.—
- 100,001.en daarboven
14
i
-
2,717,350.—
Samen
494
9,161,140.—
2. Naar de ligging van het onderpand:
Te
Amsterdam
54 leeningen
1,992,050.—
Rotterdam
18
-
612,575.—
Den Haag
60
-
2,119,625.—
In
N.-Holland (behalve A’dam)
45
1,085,750.—
Z.-Holland (beh. R’dam en Den Haag)
23
-
575,650.—
Utrecht
7
-
184,650.—
Friesland
37
276,750.—
Groningen
164
-
1,239,127.50
O ver ij sei
5
-
34,450.—
Drente
30
-
155,282.50
Gelderland
31
497,230.—
Limburg
2
106,000.—
Noord-Brabant
18
282,000.—
Samen
494
9,161,140.—
5V8% - 96,500.—
f 42,208,240.—
f
p
f
f
-
t:
-
-
f