4. Naar den rentevoet: 4 0/0 f 35,800. 4i/4 o/0 - 756,350.— 45/8 o/0 - 830,450.— 43/4 o/0 - 12,173,200.— 47/8 0/0- 199,050.— 51/8 0/0 - 102,675.— 53/8 0/0- 102,500.— 53/4 o/0 723,950.— De 419 leeningen, gesloten in 1919, zijn verdeeld als volgt: 1. Naar de grootte: Van f 10,000.en minder 181 leeningenf 1,012,750. - 10,001.— tot f 25,000.— 152 - - 2,562,750.— - 25,001.— - 50,000.— 52 - 1,938,100.— - 50,001.— - 75,000.— 16 993,000.— - 75,001.— - 100,000.— 6 - 525,000.— - 100,001.— en daarboven - 12 - 2,569,500. Samen 419 f 9,601,100. 2. Naar de ligging van het onderpand: Te Amsterdam 74 leeningenif 1,820,800.— Rotterdam 12 350,100. Den Haag 117 - 3,649,800. In N.-Holland (behalve A’dam) 77 743,600. Z.-Holland (beh. R’dam en Den Haag) 25 - 622,250. Utrecht 30 379,400. Friesland 31 - 491,650. Groningen 28 - 533,900. I Drente 1 8,400. Overijsel 14 53,400. Gelderland 5 - 179,200. Noord-Brabant 3 - 116,500. Zeeland 2 652,100. Samen 419 f 9,601,100. 13 41/2 o- 3,252,240.— 5 o/0- 10,331,012.50 51/4 - 6,167,460.— 51/2 0/0 - 1,630,340.— f 36,305,027.50

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1919 | | pagina 15