8 - De gemiddelde rente der pandbrieven bedroeg 31 December 4,2272% tegen 4,1625 op 31 December 1918. Onze pandbrieven uitstaande tot een gezamenlijk bedrag van f 35,224,400.zijn ge waarborgd door 1°. Het volteekend aandeelenkapitaalf 3,000,000. 2°. De hypothecaire leeningen- 36,305,027.50 30. De reserves, vermeerderd met een deel der winst over 1919 en het agio op de aandeelen emissie, verminderd met de onkosten op deze emissie gevallen, samen- 1,131,930.735 Totaal f 40,436,958.235 Hypotheken. Wij sloten in het afgeloopen jaar 419 leeningen af tot een bedrag van f 9,601,100. terwijl aan aflossingen f 6,775,442.50 is terug ontvangen. Spraken wij in het vorige jaar van recordcijfers in dit opzicht, het bedrag van afgesloten hypotheken heeft dat van het vorige jaar wederom f 611,295.achter zich gelaten. De vooruitgang in uitstaande hypotheken bedraagt derhalve dit jaar f 2,825,657.50 terwijl het totaal uitstaand bedrag is gestejgen tot f 36,305,027.50. De gemiddelde rente der hypotheken bedroeg op ultimo December 4,9268 tegen 4,7611% op 31 December 1918. Door de stijging van de gemiddelde rente der pandbrieven met 0,0647 en die der hypotheken met 0,1657 werd het verschil in rentemarge tusschen hypotheken en pandbrieven met 0,1010% verhoogd en gebracht op 0,6996%. Zooals uit de balans blijkt, was aan onbetaalde rente per 31 December slechts f 110.25 achterstallig, welk bedrag echter op den 2 Jan. van het nieuwe jaar geheel is voldaan. Behoudens den in het vorige verslag reeds vermelden gedwongen verkoop, hadden dit jaar geen executies plaats. Winst. De in het afgeloopen jaar behaalde zuivere winst bedraagt f 278,147.46, terwijl'deze het vorige jaar was f 242,315.74. Dit hoogere winstcijfer heeft, naast de verhoogde provisie-reke ning als gevolg van de groote mutatie in onroerend goed, vooral tot oorzaak de hoogere rentestandaard, zooals reeds uit de hierboven opgegeven grootere winstmarge tusschen hypotheek- en pandbrievenrente is gebleken. De op de belegde reserves gekweekte rente en het voordeelig saldo van agio en disagio bij plaatsing en inkoop van pandbrieven gemaakt, zijn als gewoonlijk niet op de winst en verliesrekening geboekt, doch direct bij de reserves gevoegd. Wij stellen U voor bij deze reserves ook te voegen het gemaakte agio bij de uitbreiding van het aandeelenkapitaal, na aftrek der daarop gevallen onkosten, per saldo ad f 90,659.70. Reserves. Al moesten wij dit jaar op onze beleggingen, berekend naar de beurswaarde op 31 Dec. het respectabele bedrag van f 160,047,13 afschrijven, ook al een recordcijfer, zij het ook een minder aangenaam, toch zullen deze, wanneer U ons voorstel tot verdeeling der winst aanneemt, in totaal met f 84,113.99 worden vermeerderd en gebracht op f 1,131,930.735. Wij meenen in tijden van bloei onzer instelling niet beter de belangen van aandeelhouders en pandbriefhouders te kunnen behartigen, dan door onze reserves zoo hoog mogelijk op te voeren. In minder rooskleurige tijden zullen deze ons tot een sterken steun zijn.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1919 | | pagina 10