Het bedrag is verdeeld als volgt
1. Naar de grootte der leeningen
Van f 10,000.— en minder 1202 leeningen f 5,487,105.—
- 10,001.— tot f 25,000.— 505 8,206,115.—
- 25,001.— - 50,000.— 205 7,048,600.—
- 50,001.— - 75,000.— 59 - 3,649,425.—
- 75,001.— - 100,000.— 23 1,982,775.—
- 100,001.en daarboven 32 - 7,105,350.
Samen 2026 f 33,479,370.
2. Naar de ligging van het onderpand
Te Amsterdam 392 leeningenf 12,184,475.—
Rotterdam 123 - 3,211,175.—
Den Haag 272 6,956,890.
In N.-Holland (beh. A’dam) 110 - 1,032,150.
Z.-Holland (beh. R’dam en Den Haag) 53 808,945.—
Utrecht 113 1,890,600.
Friesland 332 1,231,100.-
Groningen 505 - 4,476,040.
Overijsel 44 - 227,875.
Drenthe 1® 121,295.
Gelderland 29 - 409,775.
Noord-Brabant 27 249,825.
Zeeland 5 679,225. 1
Samen 2026 f 33,479,370.—
3. Naar den aard van bet onderpand:
Op gebouwde eigendommen 1682 leeningenf 30,397,550.—
bouwterreinen 7 - 358,950.
landelijke eigendommen 337 - 2,722,870.
Samen 2026 f 33,479,370.
Hiervan op zakelijke rechten 62 f 1,012,500.
4. Naar den rentevoet:
4 o/0t 36,600.—
4i/4 0/o- 2,680,500.
43/g 0/5- 55,550.—
41/2 4,352,135.
45/8 0/0 - 952,000.—
43/4 oio - 14,631,700.—
47/8 o/0 - 204,050.—
5 o/0 - 9,648,620.—
51/4 olo 574,150.—
53/8 o/0 - 115,950.—
51/2 0/0 - 228,115.—
10
f 33,479,370.—