ZES EN TWINTIGSTE BOEKJAAR.
1
Ter voldoening aan art. 43 onzer statuten hebben wij de eer U het jaarverslag over 1916
aan te bieden.
In uwe vergadering van 6 Maart 1916 werden de heeren J. J. Yriesendorp van
Renesse, F. I. de Greve en Mr. AüG. Philips, die aan de beurt van aftreding waren, als
commissarissen door U herkozen. Zij namen allen hunne herbenoeming aan. Thans treden
volgens den rooster af de heeren Jhr. Mr. O. Q. VAN Swinderen, Mr. Dr. I. A. VAN Royen
en G. A. W. van Lanschot, die herkiesbaar zijn. In deze vacatures zal door U straks moeten
worden voorzien.
Bij de voortdurend toenemende werkzaamheden hebben wij het wenschelijk geacht twee
adjunct-directeuren te benoemen. Met onze goedkeuring zijn als zoodanig aangewezen de
heeren B. Dorhoüt Mees te Groningen en Mr. C. A. Kingma, cand.-nots. te Amsterdam.
In de firma J. J. F. F. Müller H. Siegmünd, die te Amsterdam onze hypothecaire
belangen behartigt, is de heer J. C. Schogt Jr. opgenomen. Wij vertrouwen, dat zoowel zijne
uitgebreide relaties als zijne zakenkennis ons bedrijf mede ten goede zullen komen.
Ter uitbreiding en verbetering van onze kantoorlokaliteiten is het pand Haddingestraat
No. 8 te Groningen aangekocht voor 15562.50 met inbegrip der kosten. Yan dit bedrag vindt
gij bereids op achterstaande Winst- en Verliesrekening 5562.50 afgeschreven.
In de maand April is het bedrijf der Onderlinge Nederlandsche Hypotheekbank te
Groningen door ons overgenomen.
Het bestuur onzer Bank trad in de plaats van dat der O. N. H.
Alle hare aandeelen werden het eigendom der Friesch-Gron. Hyp.-Bank.
Den Pandbriefhouders der O. N. H. gaven wij de gelegenheid hunne pandbrieven kosteloos
tegen de onze te verwisselen of te verkoopen tegen de koersen van die der Friesch-Gron.
Hyp.-Bank. Van deze aanbieding is reeds een ruim gebruik gemaakt, echter kunnen niet allen