De 211 leeningen, gesloten in 1916, zijn verdeeld als volgt:
1. Naar de grootte:
Van f 10,000.en minder 100 leeningenf 593,750.
- 10,001.— tot f 25,000.— 54 - 850,775.—
- 25,001.- - 50,000.— 33 - 1,144,500.—
- 50,001.— - 75,000.— 11 690,000.—
- 75,001.- - 100,000.— 4 358,000.-
- 100,001.en daarboven 9 1,609,000.
Samen 211 f 5,246,025.
2. Naar de ligging van het onderpand:
Te Amsterdam 28 leeningenf 1,074,200.—
Rotterdam 9 - 322,500.
Den Haag 64 - 2,555,050.—
In N.-Holland (behalve A’dam) 11 199,175.
Z.-Holland (beh. R’dam en Den Haag) 5 72,075.
Utrecht 15 - 241,500.—
Friesland 15 - 77,000.
Groningen 52 - 596,200.
Drente 4 - 16,700.
Overijssel 2 - 10,000.
Gelderland 3 - 64,625.—
Noord-Brabant 3 17,000.
Samen 211 f 5,246,025.
3. Naar den aard van het onderpand:
Op gebouwde eigendommen
193 leeningen
4,720,225.—
bouwterreinen
2
- 250,000.—
landelijke eigendommen
16
- 275,800.—
Samen 211
Hiervan op zakelijke rechten
6
91,000.-*-
f 5,246,025.—
f