De 154 leeningen, gesloten in 1914, zijn verdeeld als volgt:
1. Naar de grootte:
Van
minder
83 leeningen
389.025.—
- 10.001.— tot
41
-
682.750.—
- 25.001.—
- 50.000.—
20
-
774.000.—
- 50.001.—
- 75.000.—
7
-
432.500.—
- 75.001.—
- 100.000.—
1
-
88.000.—
- 100.001.— en
daarboven
2
-
420.000.—
Samen
154
2.786.275.—
2. Naar de
ligging van het onderpand:
Te
Amsterdam
21 leeningen
947.000.—
Rotterdam
18
304.500.—
Den Haag
10
-
258.650.—
In
N.-Hólland (behalve A’dam)
1
-
19.600.—
Z.-Holland (beh.
R’dam en
Den Haag) 5
-
175.200.—
Utrecht
5
88.325.—
Friesland
27
110.100.—
Groningen
56
732.650.—
Overijssel
2
-
41.000.—
Drenthe
1
-
3.000.-
Gelderland
5
63.250.—
Noord-Brabant
3
V’ -
43.000.—
Samen 154
2,786.275.—
3. Naar den aard van het onderpand:
Op gebouwde eigendommen
110 leeningen
2.324.925.—
bouwterreinen
1
20.000.—
landelijke eigendommen
43
441.350.—
Samen
.154
2.786.275.—
Hiervan op zakelijke rechten
4
103.850.—
f 10.000.— en
f
f 25.000.—
f
f
V -
4
f
f
-
f
f