f I 4 - Het bedrag is verdeeld als volgt: - 1. Naar de grootte der leeningen Van f 10.000.— en minder 1071 leeningen - 10.001.— tot f 25.000.— 434 - 7.015.665.— - 25.001.— - 50.000.— 181 - 6.341.640.— - 50.001.— - 75.000.— 53 - 3.251.250.— - 75.001.— - 100.000.— 23 - 1.956.125.— - 100.001.— en daarboven 21 - 4.036.925.— Samen 1783 2. Naar de ligging van het onderpand Te Amsterdam 419 leeningen Rotterdam 110 2.151.887.50 Den Haag 90 - 1.965.690.— In N.-Holland (behalve A’dam) 24 478.175.— Z.-Holland (beh. R’dam en Den Haag) 19 3» - 461.685.— Utrecht 96 v> - 1.609.605.— Friesland 358 •••••..- 1.430.642.50 Groningen 545 - 5.416.680.— Overijssel 53 - 312.725.— Drenthe 13 180.325.— Gelderland 28 - 373.850.— Noord-Brabant 27 - 252.625.— Zeeland 1 - 6.700.— Samen 1783 - 27.103.440.— 3. Naar den aard van het onderpand: Op gebouwde eigendommen 1400 leeningen bouwterreinen 9 - 359.500. landelijke eigendommen 374 - 2.204.037.50 Samen 1783 Hiervan op zakelijke rechten 74 f 4.501.835.— f 27.103.440.— f 12.462.850.— f 24.539.902.50 f 27.103.440. f 1.378.250.—

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1914 | | pagina 10