4 Het bedrag is verdeeld als volgt: 1. Naar de grootte der leeningen: Van minder 1047 leeningen - 10,001.— tot 427 - 6.902.005.— - 25,001.— - 50,000.— 168 - 5.844.360.— - 50,001.— - 75.000.— 46 - 2.846.925.— - 75,001.— - 100,000.— 25 2.134.650.— - 100,001.en daarboven 22 4.093.975.— Samen 1735 2. Naar de ligging van het onderpand: Te Amsterdam 427 leeningen 12.417.555.— Rotterdam 98 - 2.001.875.— Den Haag 85 - 1.960.005.- In N.-Holland (behalve A’dam) 24 - 500.410.— Z-Holland (beh. R’dam en Den Haag) 15 - 301.050.— Utrecht 92 - 1.558.145.— Friesland 350 - 1.407.152.50 Groningen 526 - 4.971.770.— Overijssel 56 - 312.100.— Drenthe 13 - 187.550.— Gelderland 24 - 331.850.— Noord-Brabant 24 - 214.100.— Zeeland 1 - 6.900.— Samen 1735 3. Naar den aard van het onderpand: Op gebouwde eigendommen 1377 leeningen bouwterreinen 11 - 512.125.— landelijke eigendommen 347 - 1.852.412.50 Samen 1735 Hiervan op zakelijke rechten 71 f 10,000.en f 4.348.547.50 f 25,000.— f 26.170.462.50 1 i 1 f 26,170.462.50 f 23.805.925.— f 26.170.462.50 f 1.331.130.—

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1913 | | pagina 10