2. Naar de ligging van het onderpand: Te Amsterdam 37 leeningenf 1,179,350.— Rotterdam 16 - 232,200. Den Haag 10 - 180,375. In N.-Holland (behalve A’dam) 2 - 10,750.. Z.-Holland (beh. R’dam en Den Haag) 3 - 225,000.r— »Utrecht 10 - 166,250. Friesland 43 - 206,675. Groningen 51 - 775,850. Overijssel 3 - 18,450. Drenthe 1 - 3,400. Noord-Brabant 2 - 10,000. Samen 178 f 3,008,300.— 3. Naar den aard van het onderpand: Op gebouwde eigendommen 134 leeningenf 2,564,800. bouwterreinen 2 - 227,000. landelijke eigendommen 42 - 216,500. Samen 178 f 3,008,300.— Hiervan op zakelijke rechten 7 f 99,650. 4 Pandbrieven (aan toonder en enkele op naam) zijn verkocht tot een bedrag vanf 2,011,000. Daarentegen zijn ingekocht. - 940,500. Het bedrag dezer pandbrieven in circulatie vermeerderde dus met f 1,070,500. Op 31 December 1910 stond uit- 21,538,800. o/o pandbrieven werden niet verkocht. Daarentegen bedroeg de inkoop f 82,100.De circulatie der pandbrieven op 31 December 1910 groot f 2,150,300. verminderde dus met f 82,100.— en bedraagt thans. - 2,068,200.— Totaal f 24,677,500.— De verkoop van 4% Pandbrieven heeft bedragen: le halfjaar. f 1,119,000. 2e - 892,000.— Samen f 2,011,000.— I f 22,609,300.—

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1911 | | pagina 11