5 De series der 4 pandbrieven zijn dan ook allen voltallig. De 31/2 0/0 pandbrieven, die tot een bedrag van f 55,600.in 1908 werden ingekocht, zijn op 29 December 1908 door de commissie van toezicht verbrand. Het nummer van eiken pandbrief, op 31 December 1908 in circulatie, vindt gij hierachter afgedrukt. Het bedrag der uitstaande pandbrieven is gedekt door: 10. De gebouwde en ongebouwde onderpanden der hypothecaire leeningen. 2°. Het volteekend aandeelenkapitaal ad f 2,000,000; 3°. De reserves, die, vermeerderd met hare rente en 10 °/o van de netto winst over 1908 plus een koerswinst ad f 22,851.50 zullen bedragen f 449,679.365. De netto winst bedraagt f 98,094.128. Wij stellen U voor bij de winstverdeelingovereenkomstig het voorschrift van art. 45 der statuten, het dividend over 1908 te bepalen op 12 o/0 of f 24.— per aandeel, waarop 20 is gestort (le Serie n0. 18, 2e Serie n<>. 10, 3e Serie n0. 5) en van het restant, dat na aftrek der bedrijfsbelasting f 13,785.075 bedraagt, op de balanswaarde van het Kantoorgebouw te Amsterdam f 10,000.en van dat te Groningen f 3,785.075 af te schrijven. Met het gebruikelijke overzicht van de verrichtingen der bank en van haren toestand van de oprichting af besluiten wij ons verslag. 1891 OVERZICHT 1908. 5 18® 1908 21,655,268.36 21,434,800- 12 0/0 449,679.365 BEDRAG DER HYPOTHEKEN. BEDRAG DER PANDBRIEVEN. DIVIDEND. RESERVES. 1® Boekjaar 1891 631,396.90 570,700.— 2 <Vo 620.— 2® 1892 1,331,290.06 1,333,400.— 4 «/o 1,415.10 3® 1893 1,997,217.83 2,034,100.— 5 »/o 5,744.47 4e 1894 3,139,643.495 3,057,200.— 9,786.02 5® 1895 4,239,883.— 4,035,300.— 5 0/0 14,679.87 6« 1896 5,055,442.35 4,959,200.— 5 »/o 25,498.21 7® 1897 6,403,240.78 6,283,200.— 6 0/0 40,041.605 8® 1898 7,728,417.84 7,467,500.— 7^2 °/o 92,743.555 9® k 1899 9,519,703.205 9,294,300.— 9 «/o 111,824.425 10® 1900 10,837,175.655 10,601,700.— 9 «/o 125,225.92 11® 1 1901 12,099,504.145 11,900,600.— 10 o/0 153,553.26 12® 1902 13,627,692.865 13,408,800.— 12 o/0 185,577.27 13® 1 1903 16,441,520.395 15,704,700.— 12 o/0 218,666.21 14® p 1904 17,813,718.29 17,609,600.— 13 o/0 336,640.83 15® 1905 j 19,804,282.615 19,505,200.— 15 o/0 369,488.28 16® 1906 20,663,021.165 20,448,200.— 12 o/o 400,062.78 17® 1907 20,552,809.675 20,548,800.— 12 o/0 401,856.205 Jhr. Mr. O. Q. VAN SWINDEREN, president-commissaris. Mr. P. B. J. REELING BROUWER, secretaris.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1908 | | pagina 9