ACHTTIENDE BOEKJAAR. 1 - Ter voldoening aan den inhoud van art. 42 onzer Statuten hebben wij de eer U verslag uit te brengen van den toestand der Bank en van hare verrichtingen in het jaar 1908. Van de bevoegdheid ons bij dat art. der Statuten gegeven tot het benoemen van een accountant ter controleering der boekhouding en ter verifieering der balans hebben wij gebruik gemaakt door aan het accountantskantoor van de heeren Jöh. Doornbos en J. Schaafstal te Groningen de geregelde controle onzer geheele administratie op te dragen. Het resultaat van dit onderzoek vindt gij in achterstaand rapport weergegeven. In Uwe vergadering van 4 April 1908 werden de Heeren Jhr. Mr. O. Q. van Swinderen, Mr. I. A. van Rouen en G. A. W. van Lanschot door U herkozendie allen hunne benoeming hebben aangenomen. Thans treden volgens den rooster af de Heeren P. J. Vos, Jhr. Mr. W. C. G. van Eysxnga en Mr. J. A. Telleoen. Aan den Heer van Eysinga, die wegens zijn voortdurend verblijf in het buitenland geene herbenoeming wenscht, brengen wij een woord van warme hulde voor het vele dat hij in het belang onzer Bank heeft verricht, in het bijzonder voor eene algemeene hertaxatie onder zijne leiding in 1906 van een groot deel onzer onderpanden, in Friesland gelegen, gedaan. In deze vacature zal door U straks moeten worden voorzien, evenals in die van de Heeren P. J. Vos en Mr. J. A. Tellegen, die herkiesbaar zijn. De algemeene verbetering van den oeconomischen toestand, meer in het bijzonder van dien der geldmarkt, heeft ook op den gang onzer zaken gunstig gewerkt. Vermeerderde de pandbrievencirculatie in 1907 met slechts f 100600.dit jaar mochten wij haar zien toenemen met f 886000. De koers van uitgifte onzer 4 pandbrievenaanvan kelijk 951/2 °/o» K°n bij voortdurend geregelden verkoop tot IOOI/2 worden verhoogd. Deze verkoop echter veroorzaakte ons een koersverlies van f 17,337.01welk bedrag geheel is afgeschreven. Onder verwijzing naar ons vorig verslag is het ons aangenaam U te kunnen mededeelen dat wij dit jaar pandbrieven aan de Rijkspostspaarbank hebben geleverd. De verkoopwaarde der huizen in de groote steden, hoewel aanmerkelijk hooger dan in de jaren 1906 en 1907, is nog niet weer tot het vroegere peil gestegen. Zeven maal werden wij, om verschillende redenen, genoodzaakt tot executie over te gaan. In vijf gevallen bleek onze vordering telkens voldoende gedekt, maar tweemaal was inkoop van het onderpand voor de bedragen onzer vorderingen, met de kosten respectievelijk groot f 166,660.105 en f 3,721.32, ter voorkoming van meerder verlies noodzakelijk. Een der onderpanden werd ingekocht voor een som van f 950.50 lager dan onze vorde ring. Dit bedrag vindt gij op de Winst- en Verliesrekening geboekt. Verder is op de waarde der ingekochte onderpanden f 260.25 afgeschreven als surplus van de huuropbrengst, na aftrek der onkosten en van 4 0/0 rente der hoofdsom, samen alzoo f 1210.75. De verwachting, dat wij dit jaar in een schadeloozen verkoop zullen slagen, gegrond op het oordeel onzer deskundigen, geeft ons de vrijheid U voor te stellen op hunne balans waarde vooralsnog geen extra afschrijving te doen, te meer daar rente en onderhoud door de huuropbrengst voldoende zijn gedekt. De inspectie onzer onderpanden is in 1908 nagenoeg voltooid. Het resultaat daarvan is gunstig. In deze controle, waarmede geregeld zal worden voortgegaan, zien wij een grooten waarborg voor ons geheele bedrijf.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1908 | | pagina 5