Hypotheken. Het aantal aanvragen was tengevolge der geldschaarschte zeer groot. De aanvragers met oude relatiën konden worden geholpen en bovendien kwamen nog ver schillende zeer goede leeningen tot stand. Gesloten zijn in 1906 188 hypothecaire leeningen tot een gezamenlijk bedrag van3,282,750. In 1906 is afgelost2,424,011.45 Het totaal bedrag der hypotheken nam dus toe met f 858,738.55 Op'31 December 1905 stond uit19,804,282.615 Maakt op 31 December 1906 f 20,663,021.16s’ Èn tengevolge van de gedrukte markt èn door verwaarloozing van het onderpand deden zich bij twee executiën moeilijkheden voor. Bij eene dezer werd een verlies geleden aan rente groot f 1485. Dit bedrag is ten laste der renterekening gebracht en dus afgeboekt. Met den kooper van het onderpanddie de huizen bovendien geheel restaureerdewerd eene regeling getroffen zoodanig, dat onze vordering thans alleszins voldoende is gedekt, terwijl door de bedongen aflossing elk halfjaar de overwaarde grooter wordt. Een tweede executie leverde, hoewel verlies werd voorkomen, mede een onvoldoend resultaat op. De groote soliditeit van den nieuwen debiteur en het verbeterde onderpand dekken ook deze leening thans ten volle, op welker bedrag bovendien als gewoonlijk wordt afgelost. Van slechts eene leening was op 31 December 1906 de rente achterstallig. Het bedrag ad f 103,22dat U op de balans vindt aangegevenis bij de geheele aflossing der post op 3 Januari 1907 betaald. Wij stellen er prijs op hier nadrukkelijk te verklaren dat nimmer eenig onderpand door de Bank is ingekocht. Omtrent de plaatsing onzer Pandbrieven valt op te merken, dat al bleef de vraag geregeld voortgaande inkoop belangrijk grooter was dan anders. Steeds hebben wij de pand brieven, ons ten verkoop aangeboden, !/2®/o beneden den koers van uitgifte teruggenomen. Per saldo nam de circulatie toe met f 943,000. wat, de tijdsomstandigheden in aanmerking geno men een belangrijke vooruitgang mag heeten. Met genoegen kunnen wij dan ook constateeren dat onze 4% pandbrieven, na van 101 °/o tot 981/2iu koers van uitgifte te zijn gedaald, zich ten slotte op dien prijs hebben kunnen handhaven. Daar het totaal bedrag onzer hypothecaire leeningen weder belangrijk is toegenomen behoefde evenmin als in vorige jaren tot uitloting van pandbrieven te worden overgegaan, terwijl de ingekochte stukken steeds vóór de nieuw gecreëerde weder worden geplaatst. De ingekochte 31/2 °/o pandbrieven zijn, blijkens daarvan opgemaakte processen verbaal op 21 December 1904, 15 Maart en 29 December 1906 door de Commissie van toezicht verbrand. De nummers van al onze pandbrieven vindt U afgedrukt in eene bijlage aan dit verslag toegevoegd.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1906 | | pagina 8