DERTIENDE BOEKJAAR. Het verslag dat wij, voldoende aan art. 42 der statuten, U van den toestand onzer bank en van hare verrichtingen in het jaar 1903 thans uitbrengen, kan in alle opzichten gunstig luiden. Jhr. Mr. O. Q. van Swtnderen is door ons tot voorzitter gekozen, terwijl in de commissie van toezicht Mr. J. A. Tellegen de plaats van den heer J. Schilthuis U.G.zn., die deze .gemeente metterwoon verlietheeft ingenomen. De heer Schilthuis, die van de oprichting der bank af lid van de commissie van toezicht is geweest, was ons steeds een krachtige steun. Een woord van hulde voor zijne groote toewijding en aangename medewerking mag hier niet ontbreken. Wij waardeeren het zeer, dat hij als commissaris de belangen der bank wil blijven behartigen. In Uwe vergadering van 21 Maart 1903 werden de aftredende commissarissen, de heeren P. J. Vos, Jhr. Mr. W. C. G. van Eijsinga en Mr. J. A. Tellegen herkozen. Allen hebben het hun opgedragen mandaat aanvaard. Thans treden volgens den rooster af de heeren J. Schilthuis U.G.zn. I. I. Vrie- sendorp I.zn. en J. H. A. A. Kalff. In deze vacatures zal door U aanstonds moeten worden voorzien. Alvorens de cijfers te vermelden, die de resultaten onzer werkzaamhedén in 1903 weergeven, stellen wij er prijs op hier te vermelden, dat ook in dit jaar \yeder

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1903 | | pagina 5