ELFDE BOEKJAAR.
Ter voldoening aan artikel 42 der statuten, hebben wij de eer U hierbij verslag
uit te brengen omtrent den toestand der Friesch-Groningsche Hypotheekbank
en hare verrichtingen in het jaar 1901.
Waar ons verslag wederom zeer gunstig luidt en U den bloei onzer vennootschap
het best constateert uit de cijfers der balans en winst en verliesrekeningdie wijdoor
ons nagezien en goedgekeurd, hier laten volgen, kan onze toelichting kort zijn.
In het bestuur der bank hadden geene veranderingen plaats. Verliezen werden
niet geleden, geen enkel onderpand werd ingekocht, terwijl de pandbrieven circulatie
met f 1,298,900.— vermeerderde.
De geregelde en krachtige ontwikkeling der bank blijkt U duidelijk uit het vol
gende staatje, waaraan wij slechts hebben toe te voegen dat op onze balans alle daarvoor
vatbare rekeningen geheel zijn afgeschreven, zoodat de pandbriefhouders onze eenige
crediteuren zijn.
>y
m
In Uwe vergadering van 9 Maart 1901 werden de aftredende commissarissen, de
heeren J. Schilthuis U.G.zn., Mr. J. A. baron van Harinxma thoe Slooten en
I. I. Vriesendorp I.zn. herkozen.
De drie genoemde heeren hebben het hun opgedragen mandaat opnieuw aanvaard.
Thans treden volgens den rooster af de heeren Jhr. Mr. O. Q. van Swinderen,
Mr. I. A. van Rouen en G. van Lanschot Junior. In deze vacatures zal door U
straks moeten worden voorzien.
BEDRAG
BEDRAG
DIVI-
DER
DER
DEND.
RESERVES.
HYPOTHEKEN.
PANDBRIEVEN.
le Boekjaar 1891
631,396.90
570,700.—
2 o/0
620.—
2e
1892.
1,331,290.06
1,333,400.—
4 0/o
1,415.10
3e
1893.
1,997,217.83
2,034,100.—
5
5,744.47
4e
1
1894.
3,139,643.495
3,057,200.—
5
9,786.02
1895
4,239,883.—
4,035,300.—
5 o/o
14,679.87
6e
1896.
5,055,442.35
4,959,200.—
5 «/o
25,498.21
7e
li
1897.
6,403,240.78
6,283,200.—
6 o/o
40,041.605
8e
BBB5S
1898.
7,728,417.94
7,467,500.—
71/2
92,743,555
9e
1899.
9,519,703.205
9,294,300.—
9
111,824.425
10e
1900.
10,837,175.655
10,601,700.—
9 0/0
125,225.92
U6
1901
12,099,504.145
11,900,600.-^
10 o/0
158,553.26