TIENDE BOEKJAAR. Het tiende jaarverslag van de Friesch-G^roningsche Hypotheekbank, dat wij U, ingevolge art. 42 der statuten, thans uitbrengen, kan in alle opzichten even gunstig luiden als dat over de yoorafgaande jaren. Hoe de bank zich in haar tienjarig bestaan geregeld en krachtig heeft ontwikkeld, kan U uit het volgende staatje blijken. In 1900 bleef de bank voor verliezen gespaard. In 1895 werd een verlies geleden van f 1,227.61 1897 204.075 Totaal verlies in 10 jaren f 1,431.685 Geen enkel onderpand werd ooit ingekocht. Alle rekeningendie daarvoor vatbaar zijnvindt U op de balans geheel' afgeschreven zoodat de Pandbriefhouders de eenige crediteuren der Bank zijn. ~In Uwe vergadering van 10 Maart 1900 werden de aftredende commissarissende heeren Jhr. Mr. J. R. VAN Iddekinge en P. J. Vos herkozen en werd Jhr. Mr. W. C. G. van Eysinga, lid van den raad der gemeente Leeuwarden en directeur van de Naamlooze Ven nootschap „Noordelijk Landbouwcrediet” aldaar, door U benoemd in de plaats van wijlenden heer Mr. J. L. van Sloterdijck. BEDRAG DER HYPOTHEKEN. BEDRAG DER PANDBRIEVEN. DIVI DEND. RESERVES. I8 Boekjaar 1891 631,396.90 570,700.— 2 620.— 2® i 1892 1,331,290.06 1,333,400.— 4 1,415.10 3e 1893 1,997,217.83 2,034,100.— 5 0/o 5,744.47 4e 1894 3,139,643.495 3,057,200.— 5 9; 786.02 5e 1895 4,239,883.— 4,035,300.— 5 o/o 14,679.87 6® 1896. 5,055,442.35 4,959,200.— 5 25,498.21 7® 1897 6,403,240.78 6,283,200.— 6 o/0 40,041.605 8® 1898 7,728,417.94 7,467,500.— 71/2 92,743.555 9® 1899 9,519,703.205 9,294,300.— 9 0/0 111,824.425 10® 1900 10,837,175.655 10,601,700.— 9 125,225.92

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1900 | | pagina 5