Lasten
De personeels- en andere beheerskosten worden toegerekend
aan het boekjaar waar zij betrekking op hebben.
Belastingen
De belasting naar de winst of het verlies over het boekjaar
omvat de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare
winstbelastingen en uitgestelde winstbelastingen. De winst
belasting wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen,
behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die
rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in
welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.
De belasting is berekend aan de hand van belastingtarieven die
zijn vastgesteld op balansdatum, dan wel waartoe materieel
reeds op balansdatum is besloten, en correcties op de over
voorgaande jaren verschuldigde belasting.
De voorziening voor uitgestelde belastingverplichtingen (belas-
tinglatenties) wordt gevormd op basis van de balansmethode,
waarbij een voorziening wordt getroffen voor tijdelijke verschil
len tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten
behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boek
waarde van die posten. Voor de volgende tijdelijke verschillen
wordt geen voorziening getroffen: fiscaal niet aftrekbare good
will, de eerste opname van activa of verplichtingen die noch de
commerciële noch de fiscale winst beïnvloeden, en verschillen
die verband houden met investeringen in dochterondernemin
gen voor zover zij in de voorzienbare toekomst waarschijnlijk
niet zullen worden afgewikkeld. Het bedrag van de voorziening
voor uitgestelde belastingverplichtingen is gebaseerd op de
wijze waarop de boekwaarde van de activa en verplichtingen
naar verwachting zal worden gerealiseerd of afgewikkeld, waar
bij gebruik wordt gemaakt van de belastingtarieven die zijn
vastgesteld op balansdatum, dan wel waartoe materieel reeds
op balansdatum besloten is.
De boekwaarde van actieve belastinglatenties wordt jaarlijks
per de balansdatum beoordeeld en verlaagd voorzover het niet
langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst in de
toekomst zal worden gerealiseerd om geheel of gedeeltelijk
gebruik te maken van de actieve belastinglatentie. Het bedrag
van de uitgestelde belastingvorderingen wordt verlaagd voor
zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samen
hangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Gesegmenteerde informatie
Primair onderscheidt Friesland Bank voor haar interne perfor-
mancemeting de volgende bedrijfsonderdelen: het bankbedrijf,
het participatiebedrijf en de bancaire deelnemingen (een aantal
strategische belangen, waaronder Van Lanschot N.V.). Aange
zien er geen specifieke financiering per bedrijfsonderdeel
bestaat, is voor de bepaling van de gesegmenteerde resultaten
extracomptabel rente over het gemiddeld geïnvesteerd vermo
gen toegerekend. Deze extracomptabele rente is gekoppeld aan
het rendement op de rentedragende activa in het bankbedrijf.
Secundaire segmentatie naar geografisch gebied vindt niet
plaats, aangezien alleen zaken in Nederland gedaan worden.
Toekomstige wijzigingen in verslaggevingsregels
Met ingang van i januari 2007 worden de volgende verslag
gevingsregels van toepassing. Friesland Bank heeft ervoor
gekozen deze niet vervroegd toe te passen:
IFRS7 Financiële instrumenten - toelichting. IFRS 7 voegt
een aantal nieuwe toelichtingsvereisten ten aanzien
van financiële instrumenten toe aan de bestaande
vereisten van IAS 32 en IAS 30. IFRS 7 geeft onder
meer aan dat een entiteit haar financiële instrumen
ten dient te groeperen in klassen van vergelijkbare
instrumenten en, waar toelichting is vereist, deze
toelichting per klasse op te nemen. De Groep is
momenteel nog bezig met het in kaart brengen van
de impact op de toelichting op financiële instrumen
ten.
IAS 1 Amendement - presentatie van de jaarrekening. De
wijziging heeft betrekking op de toelichting op het
eigen vermogen die voortvloeit uit IFRS 7. De toelich
ting moet het de gebruiker van de jaarrekening
mogelijk maken een oordeel te vormen over de doel
stellingen, het beleid en de processen voor het
beheersen van het eigen vermogen, en is vooral kwa
litatief van aard. Zo hoeft niet in de cijfers te worden
weergegeven welke interne en externe eisen worden
gesteld. Wel moet de onderneming kwantificeren wat
zij in dit kader tot haar eigen vermogen rekent. De
Groep dient aan te geven of zij gedurende de ver
slagperiode heeft voldaan aan de door de toezicht
houder gestelde solvabiliteitseisen en wat de conse
quenties zijn of waren indien dat niet het geval was.
De invloed van deze aanpassing is beperkt aangezien
reeds veel kwantitatieve informatie wordt gegeven
en het accent zal dan ook liggen op het uitbreiden
van het kwalitatieve deel.
IFRIC8 Reikwijdte van IFRS 2. Deze toelichting geeft inzicht
in het feit of IFRS 2 (op aandelen gebaseerde betalin
gen) van toepassing is bij transacties waarbij de
entiteit niet in staat is sommige of alle ontvangen
goederen en diensten te identificeren waarvoor aan
delen zijn betaald/uitgegeven. De Groep is deze
interpretatie aan het evalueren, echter verwacht dat
het toepassen van deze interpretatie geen invloed zal
hebben op de jaarrekening van de Groep bij toepas
sing vanaf 1 januari 2007.
IFRIC 9 Herbeoordeling van een in een contract besloten
derivaat (embedded-derivative). Deze interpretatie
stelt dat de datum om te bepalen of een ‘embedded
derivative’ bestaat de datum is dat een entiteit voor
het eerst een partij in het contract wordt, met her-
JAARREKENING