IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering
Amendement voor financiële garanties en kredietverzekerin-
gen: financiële garanties en kredietverzekeringen (welke in het
verleden niet als verzekeringscontracten zijn aangemerkt) moe
ten worden gewaardeerd tegen reële waarde bij eerste opname
en vervolgens gewaardeerd worden tegen de hoogste van (i)
eerste waardering (eventueel na aftrek van amortisatie in over
eenstemming met IAS18) en (ii) waardering volgens IAS 37
reële waarde op basis van kasstromen. Deze verandering in de
verslaggevingsrichtlijnen heeft geen invloed gehad op de cijfers
van de Groep.
Amendement voor fair value-optie: deze nieuwe regel stelt een
aantal voorwaarden voordat een onderneming bij eerste op
name een financieel instrument kan aanwijzen als ‘tegen reële
waarde met waardeveranderingen via de resultatenrekening’.
Dit heeft geen gevolgen voor de Groep aangezien zij tot op
heden geen gebruik heeft gemaakt van deze optie in IAS 39.
IAS 39 stond eerst niet toe dat verwachte intra-groep trans
acties als hedge-item worden aangewezen in een geconsoli
deerde jaarrekening. Door het amendement wordt het voor een
aantal gevallen toch mogelijk om hedge-accounting toe te pas
sen. Het moet dan wel gaan om een vreemde valuta cash-flow
hedge die aan specifieke voorwaarden voldoet. Dit heeft geen
invloed op de Groep aangezien geen intra-groep transacties
als hedge-item worden aangemerkt welke in vreemde valuta
luiden.
IFRIC 4 vaststellen of een overeenkomst een lease bevat
De Groep past IFRIC 4 toe vanaf 1 januari 2006, welke aanwij
zingen geeft bij de bepaling of overeenkomsten een lease
bevatten, voor welke lease-accounting moet worden toegepast.
Deze verandering in de verslaggevingsrichtlijnen heeft geen
invloed gehad op de cijfers van de Groep.
IFRIC 5 rechten op belangen welke ontstaan door ontmantelings-,
restauratie- en milieurehabilitatiefondsen
De Groep is deze interpretatie gaan toepassen per 1 januari
2006, echter aangezien de Groep geen belangen heeft in lan
den waar dergelijke fondsen bestaan heeft deze interpretatie
geen effect op de jaarrekening.
IFRIC 6 schulden welke ontstaan door het participeren in een
specifieke markt - af val van elektrische en elektronische
installaties
Vanaf 1 januari 2006 wordt deze interpretatie toegepast door
de Groep. Deze interpretatie regelt het opvoeren van een ver
plichting inzake het verwijderen van afval van elektrische en
elektronische installaties. Deze interpretatie heeft geen invloed
gehad op de cijfers van de Groep, aangezien deze gericht is op
ondernemingen die elektrische huishoudelijke apparaten
verkopen.
Grondslagen voor de consolidatie
Consolidatie vindt plaats voor belangen die kwalificeren als
groepsmaatschappijen alsmede rechtspersonen waarbij het
economisch risico door Friesland Bank N.V. wordt gedragen
(waaronder stichtingen in het kader van securitisatie). Groeps
maatschappijen zijn die entiteiten waarover de vennootschap
overwegende zeggenschap (‘control’) heeft. Er is sprake van
overwegende zeggenschap indien de vennootschap de moge
lijkheid heeft om, direct of indirect, het financiële en operatio
nele beleid van een entiteit te bepalen teneinde voordelen te
verkrijgen uit de activiteiten van de entiteit. Bij de beoordeling
of er sprake is van zeggenschap wordt rekening gehouden met
potentiële stemrechten die op dat moment uitoefenbaar of con
verteerbaar zijn. De jaarrekeningen van groepsmaatschappijen
zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de
datum waarop voor het eerst sprake is van zeggenschap, tot
aan het moment waarop deze eindigt. Intragroepsaldi en even
tuele niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties
binnen de groep of baten en lasten uit dergelijke transacties
worden bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening
geëlimineerd. Belangen van precies 50% (joint ventures) wor
den niet geconsolideerd, de equity-methode wordt toegepast
om deze belangen te waarderen.
Grondslagen voor opname van financiële
instrumenten
Een financieel actief of passief wordt in de balans opgenomen
vanaf het tijdstip dat de vennootschap recht heeft op de voor
delen respectievelijk gebonden is aan de verplichtingen voort
komende uit de contractuele bepalingen van het desbetreffen
de financiële instrument (de ‘trade date’). Financiële activa en
passiva worden gesaldeerd in de balans opgenomen indien dit
op grond van contractuele of wettelijke bepalingen is toege
staan en het stellige voornemen daartoe bestaat.
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
Algemeen
De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten,
inclusief bijkomende kosten die -voor financiële instrumenten
worden geamortiseerd op basis van de effectieve interest
methode. De volgende activa en verplichtingen zijn gewaar
deerd tegen reële waarde: afgeleide financiële instrumenten
(derivaten), financiële instrumenten aangehouden voor
handelsdoeleinden, financiële instrumenten geclassificeerd als
available for sale, financiële instrumenten die onderdeel uit
maken van een fair value hedge en vastgoedbeleggingen. Voor
verkoop aangehouden vaste activa en groepen activa die
worden afgestoten, worden gewaardeerd op de laagste van de
boekwaarde en de reële waarde minus verkoopkosten.
De lopende interest op vorderingen en schulden is, voor zover
bij de toelichting op de desbetreffende post niet anders is
JAARREKENING