Oudste bedrijf Nederland
slaat nieuwe weg in
i
k
ht
Jan Tichelaar van Koninklijke Tichelaar Makkum
Dat Jan Tichelaar in de voetsporen
zou treden van zijn voorouders, was
geen automatisme. Integendeel:
zijn vader vond dat hij zijn eigen
weg moest gaan. Hij benoemde dan
ook iemand van buiten als direc
teur. Jan Tichelaar studeerde
ertstechnologie in Delft, waar hij in
1988 afstudeerde. Maar na twee
jaar werd hij door de toenmalige
directeur van Tichelaar toch
gevraagd of hij bedrijfsleider wilde
worden.
Tichelaar ging in op dat verzoek,
maar wel nadat er eerst een
normale sollicitatieprocedure was
gevolgd waaruit duidelijk zou
worden dat hij vanwege zijn
capaciteiten werd benoemd.
“Ons bedrijf was toen in een wat moeilijke fase beland,” vertelt Tichelaar. Was er in de
jaren ’60 en ’70 nog veel vraag naar het Makkumer aardewerk, in de jaren tachtig lag dat
heel anders. Dat had mogelijk te maken met de conjunctuur, waardoor er minder detail
listen overbleven om in Nederland het aardewerk te verkopen. Ook de smaak van het
publiek veranderde. De ooit zo populaire meubelfabriek Oisterwijk bijvoorbeeld, ging
failliet. Perzische tapijten raakten uit de mode en Jan des Bouvrie raakte in de mode.
“Wij waren een voorraadhoudend bedrijf, we maakten al onze producten met de hand en
de voorraden namen enorm toe."
In 1995 werd Jan Tichelaar benoemd tot algemeen (mede-)directeur, en twee jaar later was
hij de enig overgebleven directeur. Ik dacht: “Dit gaat niet goed zo, met ons bedrijf. Als we
niet oppassen wordt het hier een soort openluchtmuseum. We moeten echt nieuwe
wegen inslaan.” Hij ontwikkelde een nieuwe visie op de toekomst van het bedrijf en een
manier om de continuïteit te waarborgen. Uitgangspunten daarbij waren dat de ambach
telijkheid en de keramische kennis de kern van het bedrijf waren en ook zouden moeten
blijven.
Nieuwe producten
“Ik kwam tot de conclusie dat we in plaats van een voorraad-gestuurd bedrijf een order-
gestuurd bedrijf zouden moeten worden. Dit betekende de ontwikkeling van nieuwe
producten en minder voorraad.” Aan de verkoop via detaillisten kwam ook een einde:
voortaan wilde Tichelaar zelf de verkoop ter hand nemen. Jan Tichelaar stelde vast dat er
geïnvesteerd zou moeten worden in betere gebouwen en machines, en ook dat de mede
werkers op een nieuwe manier zouden moeten werken.
Om aan geld te komen besloot hij tot verkoop van incourante voorraad. “Ik maakte een
persbericht, waarin we vertelden dat Tichelaar van haar voorraden af wilde, en dat het een
eenmalige kans zou zijn voor het publiek. Gelukkig werd het zeer breed uitgemeten in de
pers, en dat zorgde voor een werkelijk ongekende belangstelling. De verkoop liep uit
stekend, en dat leverde ons het gewenste geld op om de veranderingen in gang te zetten.
Maar het taaiste stuk moest nog komen: de mentaliteit van de medewerkers zou moeten
veranderen. Ik heb er vier jaar voor uitgetrokken om mensen te laten wennen aan de
nieuwe manier van werken. Minder seriematig werken, en veel flexibeler met vaak ook
nieuwe producten. Dat moest echt gebeuren. Ik zag het als de enige mogelijkheid om te
overleven, en om het bedrijf zo te veranderen dat we nieuwe orders uit een nieuwe hoek,
uit een hoger marktsegment en met een hoge toegevoegde culturele waarde aan zouden
kunnen.”
Dat er nieuwe producten zouden moeten komen stond voor Jan Tichelaar snel vast.
Hij baseerde zich daarbij - heel bewust - niet op marktonderzoek. “Als je eerst een markt
onderzoek gaat doen maak je iets wat mensen verwachten. Maar ik wil nu juist niet iets
31
INTERVIEW JAN TICHELAAR