Als je weet wat je wilt
kun je het lang volhouden
Harry Westers van WestCord Hotels
Hoe bouw je vanuit (vrijwel) niets
een hotelketen op met een jaarom
zet van 40 miljoen euro? En wordt
de komende jaren de jaaromzet
verhoogd tot zo’n 50 miljoen door
de bouw van nieuwe hotels?
Harry Westers (56) uit Harlingen
weet het antwoord. Deze horeca
ondernemer kreeg vorig jaar
landelijke bekendheid dankzij de
overname van één van de beroemd
ste hotels in Rotterdam: Hotel New
York. Westers heeft een meerder
heidsbelang in de door hem en zijn
vrouw geleide WestCord Hotels,
met vestigingen in Amsterdam,
Rotterdam en op de Wadden
eilanden, en is vol ambitie om zijn
bedrijf naar een nog hoger plan te
tillen. Wat zijn zijn belangrijke drijf
veren? Waar komen zijn ambitie en
inspiratie vandaan?
Wie met Harry Westers over zijn loopbaan spreekt, ontdekt echter dat hij veel meer
opwindende jaren achter de rug moet hebben en de nodige ups en downs heeft gekend.
Met wilskracht slaagde hij er telkens in om gesterkt uit een dip tevoorschijn te komen,
op weg naar de volgende uitdaging. En die zijn er ook nu, na bijna veertig jaar onder
nemen, nog volop.
Het begon allemaal in 1968. Zijn ouders hadden een bakkerij, maar Westers voelde er niets
voor om die zaak over te nemen. Omdat hij ook geen studiehoofd was, kochten zijn
ouders dat jaar een klein hotel voor hem op Vlieland. Ze hoopten dat hij wellicht als
horeca-ondernemer zijn draai zou kunnen vinden, en dat bleek voortreffelijk gezien.
Van het begin af aan was hij gedreven en ambitieus met zijn vak bezig. “Ik wilde een
plaatsje veroveren onder de zon. Niet dat ik als doel had om later veel bedrijven in bezit te
hebben, maar ik wilde zelfstandig en niet afhankelijk zijn.” Al vrij snel wilde hij het hotel
van zijn vader vernieuwen. Zijn vader voelde daar niet zoveel voor, maar hij vond dat er
vernieuwd moest worden, zette door en vergrootte het hotel met tien kamers.
Op zijn 22ste besloot Harry Westers dat het tijd werd voor nieuwe uitdagingen. Hotel
Zeezicht op Vlieland kwam vrij en tegelijkertijd kocht hij grond met het doel er nieuw te
gaan bouwen. Het zou echter vijftien jaar duren voor hij ook daadwerkelijk toestemming
kreeg voor de nieuwbouw, maar in 1987 kon hij op dit terrein eindelijk zijn tweede hotel
openen: Altea Hotel Seeduyn. Een hotel met tachtig kamers. “Dat ik dat hotel kon openen
was echt een opluchting. De gemeente voelde er jarenlang niets voor om er toestemming
voor te geven. Maar ik was er steeds heilig van overtuigd dat deze plek prima mogelijk
heden biedt. En wanneer je weet wat je wilt en vasthoudend bent, kun je het lang volhou
den.”
Dat ondernemen vaak een kwestie is van op je tanden bijten en blind doorzetten zou hij
spoedig ervaren. “Ik weet het nog als de dag van gisteren. Het was 3 augustus 1987, hoog
seizoen. Het hotel waar we vijftien jaar naar hadden gestreefd was net geopend en er
waren 218 gasten. Plotseling ontstond er een felle, uitslaande brand en iedereen moest
weg. Zelfwas ik bij de vrijwillige brandweer, en samen met collega-brandweerlieden heb
ben we nog mensen uit het hotel kunnen redden. Gelukkig is er niemand gewond geraakt.
Maar er was 2,5 miljoen schade en alle gasten moesten eruit. Gelukkig kon de zaak drie
maanden later, dankzij een goede verzekering en hard werken, weer worden geopend.
Het bleek dat het vuur was aangestoken door een vakantiekracht. De man was verliefd op
een serveerster, en hoopte de held uit te kunnen hangen door haar uit het vuur te redden.”
Sindsdien heeft Harry Westers steeds meer geïnvesteerd in horecabedrijven. Niet in zijn
eentje, maar samen met de families Van der Schoot en Doeksen. Aanvankelijk had hij
52 procent van de aandelen, en de families Van der Schoot en Doeksen allebei 24 procent.
Maar Doeksen trok zich terug, en nu heeft hij 68 procent van de aandelen in handen en de
familie Van der Schoot de overige 32 procent.
INTERVIEW HARRY WESTERS