Immateriële activa Alle overnames worden verwerkt via toepassing van de over- namemethode. Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs. Op goodwill wordt niet stelselmatig afgeschreven, wel wordt jaarlijks of vaker indien gebeurtenissen of wijzigingen in omstandigheden daartoe aanleiding geven, beoordeeld of er een bijzondere waardevermindering opgetreden is als gevolg van structurele wijziging in toekomstige cashflows. Negatieve goodwill (badwill) die bij een overname ontstaat wordt direct in de winst- en verliesrekening opgenomen. Goodwill inzake niet geconsolideerde deelnemingen en participaties is begrepen in de boekwaarde van het desbetreffende belang, overige goodwill is in de balans opgenomen in de post immateriële activa. De overige immateriële activa (bestaande uit gekochte of ont wikkelde software alsmede gekochte assurantie-portefeuilles) worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderin gen. De afschrijving ten laste van de winst- en verliesrekening geschiedt op basis van de geschatte gebruiksduur van de betreffende immateriële activa, tenzij de gebruiksduur onbepaald is. De afschrijving van de overige immateriële activa start op het moment dat de activa gebruiksklaar zijn. De geschatte gebruiksduur is 3 -10 jaar. Materiële vaste activa De onroerende zaken en bedrijfsmiddelen worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Lineaire afschrijving vindt plaats over de geschatte economische levensduur van alle onroerende zaken en bedrijfsmiddelen, met uitzondering van grond in eigendom, waarvan de economische levensduur als onbepaald wordt aangemerkt. De restwaarde wordt periodiek beoordeeld. De geschatte gebruiksduur is als volgt: Gebouwen 10-33 jaar Technische installaties 10-15 jaar Inventarissen 8-12 jaar Computerapparatuur 3-5 jaar Vaste activa aangehouden voor verkoop Onmiddellijk voorafgaand aan de classificatie als aangehouden voor verkoop wordt de waardering van de activa (en alle activa en verplichtingen van een groep af te stoten activa) geactuali seerd in overeenstemming met de toepasselijke IFRS-standaard. Vervolgens worden vaste activa en groepen activa die worden afgestoten, bij eerste opname als aangehouden voor verkoop, gewaardeerd op de laagste van de boekwaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. Bijzondere waardeverminderin gen bij de eerste classificatie als aangehouden voor verkoop worden in de winst- en verliesrekening opgenomen. Voorzieningen Voorzieningen worden opgenomen wanneer de bank op balans datum een verplichting heeft (in rechte afdwingbaar of feitelijk) die zijn oorsprong vindt in een gebeurtenis in het verleden en wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is en een betrouwbare schatting van de omvang van de verplichting kan worden gemaakt. Indien het effect daarvan materieel is, worden de voorzieningen bepaald door de verwachte toekomstige kas stromen contant te maken op basis van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van de actuele markt- taxaties van de tijdswaarde van geld en, waar nodig, van de specifieke risico’s met betrekking tot de verplichting. Pensioenvoorzieningen Friesland Bank kent een zogenaamde defined benefit pensioen regeling. De nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen wordt voor iedere regeling afzonderlijk berekend door een schatting te maken van de pensioenaan spraken die werknemers hebben opgebouwd in ruil voor hun diensten in de verslagperiode en voorgaande perioden. Deze pensioenaanspraken worden gedisconteerd om de contante ^waarde te bepalen, en de reële waarde van de fondsbeleggingen wordt hierop in mindering gebracht. De disconteringsvoet is het rendement per balansdatum van obligaties met een waarde ring van de kredietwaardigheid van AAA waarvan de looptijd de termijn van de verplichtingen benadert. De berekening wordt uitgevoerd door een erkende actuaris volgens de ‘projected unit credit’-methode. Wanneer de pensioenaanspraken uit hoofde van een regeling worden verhoogd, wordt het gedeelte van de verhoogde pensioenaanspraken dat betrekking heeft op de verstreken diensttijd van werknemers lineair als last in de winst- en verlies rekening opgenomen over de gemiddelde periode totdat de pensioenaanspraken onvoorwaardelijk worden. Voor zover de aanspraken onmiddellijk onvoorwaardelijk worden, wordt de last onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Wanneer de pensioenaanspraken uit hoofde van een regeling worden verlaagd, wordt dit onmiddellijk als bate in de winst- en verliesrekening opgenomen. Alle actuariële winsten en verliezen per i januari 2004, de over- gangsdatum naar IFRS, zijn opgenomen. Met betrekking tot de actuariële winsten en verliezen die na 1 januari 2004 ontstaan bij het berekenen van de verplichting uit hoofde van een pensioenregeling, voor zover eventuele niet opgenomen cumulatieve actuariële winsten of verliezen meer bedragen dan 10% van de contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling, dan wel van de reële waarde van de fondsbeleggingen indien deze hoger is, wordt dat gedeelte in de winst- en verliesrekening opgenomen over de verwachte gemiddelde resterende diensttijd van de werknemers die aan de regeling deelnemen. Voor het overige FRIESLAND BANK 2005

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 2005 | | pagina 94