Marktrisico Het marktrisico bestaat uit rente-, prijs- en valutarisico. Het marktrisicobeleid is vooral gericht op het beheersen van het renterisico. Prijs- en valutarisico zijn van geringere omvang. Het renterisico is inherent aan de kredietuitzettingen, de beleggingsportefeuille en de toevertrouwde gelden. De beleggingsportefeuille bestaat voor een belangrijk deel uit obligaties die door de overheid zijn geëmitteerd. Rentederivaten worden voornamelijk als risico verminderend instrument ingezet in het kader van balansbeheer. De mogelijke renteherzieningen in de posities van de bank worden regelmatig getoetst aan de gestelde limieten. De marktwaarde van de portefeuille, de duration van het eigen vermogen, earnings en value at risk worden nauwlettend gevolgd. Op basis van de posities ultimo 2005 kan gesteld worden, dat -ceteris paribus- een stijging van de geldmarktrente met i% resulteert in een daling van de totale rentebaten met 6,1 miljoen op jaarbasis. Daarentegen zal een stijging van de lange rente met i% een positieve invloed hebben op de rentebaten van 6,5 miljoen, gemeten over het gehele jaar. Een parallelle stijging van de gehele rentestructuur zorgt derhalve in beginsel voor een toename van de rente van 0,4 miljoen op jaarbasis. De duration van het eigen vermogen bedroeg ultimo 2005 een factor 5; een parallelle verschuiving van de gehele rentecurve met 1% zal de marktwaarde van het eigen vermogen met 5% doen muteren. Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico omvat het risico dat de bank niet kan voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van opgevraagde gelden. Een en ander wordt gemeten aan de hand van een liquiditeits- typische vervalkalender. In dit kader worden door De Nederlandsche Bank NV een tweetal limieten gehanteerd. Compliancerisico In 2005 is veel aandacht besteed aan de naleving van de Wet identificatie bij dienstverlening. Tevens zijn de vereiste voorbereidingen getroffen voor de Wet financiële dienstverlening. De per 1 oktober in werking getreden Wet marktmisbruik noopte de bank tot aanscherping van de bestaande procedures. Operationeel risico Deze risicocategorie omvat het verlies door falende interne processen, mensen en systemen of door externe gebeurtenissen. De bank beperkt de operationele risico’s tot een minimum door het stimuleren van het risicobewustzijn van medewerkers en het treffen van adequate maatregelen. Onder andere gebeurt dat door het aanbrengen van functiescheiding tussen front- en backoffice, confirmatie van transacties, dagelijkse beoordeling van posities en strikte autorisatie van grote transacties. Het ICT-risico wordt beperkt door gebruik te maken van een standaard ICT-infra- structuur en adequate uitwijkprocedures. De aanwezigheid van meerdere processoren per computer, de aanleg van een netwerk in de vorm van een ring en een tweetal systemen voor opslag en back-up maakt dit mogelijk. Interne procedures zijn mede gebaseerd op de ‘best practice’ standaarden van ITIL. Voorts vinden regelmatig uitwijkoefeningen plaats. In 2006 zal de bank de ICT-gerelateerde risico’s verder beperken door het informatiebeveiligings- beleid en het business continuity management aan te scherpen. FRIESLAND BANK 2005

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 2005 | | pagina 116