39- Risicobeheer Algemeen Bankieren is in essentie het aangaan en beheren van risico’s. Risico's worden weloverwogen genomen en gelimiteerd, voorts worden zij continue bewaakt. De primaire doelstelling van het risicomanagement is het beschermen van de financiële soliditeit van de bank. Bij het risicobeheer zijn meerdere organen van de bank betrokken, waarbij onderscheid gemaakt in het maken van beleid, de uitvoering van het beleid, bewaking en controle. De uitvoering van het beleid is in drietal commissies belegd, deze commissies bestaan uit senior management, lijn- en stafdirecteuren alsmede één of meerdere leden van de Raad van Bestuur. De algehele coördinatie van het risicobeheer is belegd bij de Risk Management Officer, die rapporteert aan de Chief Financial Officer. De betreffende commissies zijn: Commissie Kredietbeleid: het aandachtsgebied heeft betrekking op het krediet- en operationeel risico. Deze commissie vergadert éénmaal in de zes weken. Asset Liability Commissie: naast renterisico is deze commissie ook belast met prijs-, valuta- en liquiditeitsrisico. Deze commissie vergadert éénmaal in de twee maanden. Commissie Wet- en regelgeving: het integriteit-, juridisch- en compliance risico zijn de belangrijkste attentiepunten, de vergaderingen vinden tweewekelijks plaats. Kredietrisico Het kredietrisicobeleid van de bank is behoudend en voorzichtig. Als beheersinstrumenten kunnen onder andere worden genoemd de analyse van economische sectoren, het meten van de kwaliteit van de debiteur en de faciliteit, de spreiding in en over economische sectoren. Als regionaal actieve bank is er sprake van een bepaalde mate van concentratierisico. De faciliteiten, die de bank op basis van vastomlijnde criteria aan haar cliënten verstrekt, bestaan overwegend uit vreemd vermogen in de vorm van kredieten in rekening-courant en leningen. Risicodragend vermogen zoals (cumulatief preferente) aandelen en participaties zijn er in geringere mate. Een deel van deze aandelen portefeuille is beursgenoteerd. Het proces van fiattering van kredieten is fijnmazig van aard. De belangrijkste principes zijn als volgt: ken uw klant, de medewerkers dienen goed geïnformeerd te zijn over de aard van de activiteiten en de financiële stromen; de documentatie dient actueel te zijn; het vier-ogen-principe, twee bevoegde functionarissen dienen een kredietvoorstel goed te keuren; de fiattering van kredieten geschiedt onafhankelijk van de commerciële bedrijfsonderdelen, voor grote kredieten is een zogenaamde Kredietcommissie ingesteld. Onderscheid wordt gemaakt tussen particuliere en zakelijke debiteuren. Particuliere kredieten worden verstrekt op basis van inkomens- en vermogenstoetsen, terwijl zakelijke kredieten worden beoordeeld op basis van branche, kwaliteit van het management, cashflows, solvabiliteit en zekerheden. Aan beide categorieën debiteuren wordt een rating toegekend. Kredietrisico wordt gemeten en uitgedrukt in risico gewogen activa. In 2005 is de omvang hiervan gestegen met 542 miljoen (11%) tot 5,4 miljard. Het risico wordt beperkt door een goede spreiding over sectoren, in 2005 is de vermelde groei gelijkmatig over de sectoren verdeeld. De kredieten zijn voor het grootste deel verstrekt aan debiteuren in het werkgebied van de bank. De solvabiliteitswetgeving wordt in het kader van Bazel II aangepast. Ten aanzien van pillar 1 opteert de bank voor de IRB- Foundation benadering en Standardized voor markt- en operationeel risico. JAARREKENING

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 2005 | | pagina 115