MARKTRISICO LIQUIDITEITSRISICO OPERATIONEEL RISICO krediettechnische merites en op een beoordeling van de onderneming. De kwaliteit van een zakelijk krediet wordt uitgedrukt in een interne creditrating, die jaarlijks op basis van een revisie wordt geactualiseerd. De teruglopende conjunctuur heeft ertoe geleid dat in het verslagjaar een lichte achteruitgang is opgetreden in de gemiddelde creditrating van de kredietportefeuille. Kredietrisico kan worden gemeten en uitgedrukt in de naar risico gewogen activa. In 2002 is de omvang hiervan gestegen met 164 miljoen tot 4,1 miljard. Deze stijging is beperkt in vergelijking met het jaar 2001, als gevolg van de securitisatietransactie. Het risico kan gelimiteerd worden door een goede spreiding over sectoren. In het verslagjaar is de spreiding van de portefeuille verbeterd. Naast de agrarische sector en de groot- en detailhandel maakt de vastgoedsector een belangrijk deel uit van de portefeuille. Deze sectorrisico’s zijn begrensd door de hantering van interne limieten. De kredieten zijn voor verreweg het grootste deel verstrekt aan debiteuren in het werkgebied van de bank. Het marktrisico bestaat uit rente-, prijs- en valutarisico. Het marktrisicobeleid is vooral gericht op het beheersen van het renterisico. Prijs- en valutarisico zijn van geringere omvang. Het renterisico is inherent aan de kredietuitzettingen, de beleggingsportefeuille en de toevertrouwde gelden. De beleggingsportefeuille bestaat voor een belangrijk deel uit obligaties, die door de overheid zijn geëmitteerd. Rentederivaten worden voornamelijk als risico verminderend instrument ingezet in het kader van balansbeheer. De mogelijke renteherzieningen in de posities van de bank worden regelmatig getoetst aan de gestelde limieten. Zowel de gap-analyse als een intern ontwikkeld model voor scenario-analyse worden daarbij gehanteerd. Dit instrumentarium is goedgekeurd door De Nederlandsche Bank N.V. De bank houdt het renterisico binnen nauwe grenzen. Zo geldt op basis van de posities ultimo 2002 dat, ceteris paribus, een stijging van de geldmarktrente met 1% resulteert in een daling van de totale rentebaten met 4,0 miljoen op jaarbasis. Daarentegen zal een stijging van de lange rente met 1% een positieve invloed hebben van 1,7 miljoen, gemeten over een geheel jaar. Een parallelle stijging van de gehele rentestructuur zorgt derhalve, in beginsel, voor een afname van de rente van 2,3 miljoen op jaarbasis. Uit de gap-analyse komt naar voren, dat een parallelle verhoging van de gehele rentecurve de contante waarde van de uitstaande posities aan het eind van 2002 in geringe mate beïnvloedt. Het liquiditeitsrisico omvat het risico dat de bank niet kan voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van opgevraagde gelden. In dit kader worden een tweetal limieten door De Nederlandsche Bank N.V. gehanteerd. De bank voldoet ruimschoots aan deze normen. Naast deze externe normen past de bank eigen kaders toe op haar liquiditeitspositie. Uit beleidsoverwegingen is de liquiditeit van de bank in het verslagjaar verruimd met circa ioo miljoen. De bank beperkt de operationele risico’s tot een minimum door het stimuleren van het risico bewustzijn van medewerkers en het treffen van adequate controlemaatregelen. Onder andere gebeurt dat door het aanbrengen van functiescheiding tussen front- en back-office, confirmaties van transacties, dagelijkse beoordeling van posities en strikte autorisatie van grote transacties. 22

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 2002 | | pagina 28