MARKTRISICO LIQUIDITEITSRISICO kredieten in rekening-courant en leningen. Achtergestelde leningen zijn in geringe mate verstrekt. Voorts zijn uitzettingen aanwezig in de vorm van rentedragende waardepapieren, aandelen en participaties, voor een deel beursgenoteerd. Het proces van fiattering van kredieten is fijnmazig van aard. Kwalitatieve en kwantitatieve aspecten worden gewogen en in een intern kengetal of creditrating weergegeven. Jaarlijks wordt middels revisie per debiteur een actueel kengetal vastgesteld. De neergaande conjunctuur heeft in 2001 tot gevolg gehad dat een lichte daling is opgetreden van de gemiddelde creditrating van de kredietportefeuille. Kredietrisico kan worden gemeten en wordt uitgedrukt in naar risico gewogen activa. In 2001 is de omvang hiervan gestegen met 529 miljoen tot 3,9 miljard. Spreiding van het kredietrisico is een belangrijk aandachtspunt. De concentratie van de kredietverlening ligt in het werkgebied. Naast de agrarische sector en de groot- en detailhandel maakt de vastgoedsector een belangrijk deel uit van de portefeuille. De sectorrisico’s zijn gelimiteerd door de hantering van interne limieten. Het marktrisico bestaat uit rente-, prijs en valutarisico. Het marktrisicobeleid bij de Friesland Bank is vooral gericht op het beheersen van het renterisico; prijs- en valutarisico zijn van geringe omvang. Het renterisico is inherent aan de kredietuitzettingen, de beleggingsportefeuille en de toevertrouwde gelden. De beleggingsportefeuille bestaat voor een belangrijk deel uit obligaties, die door de overheid zijn geëmitteerd. Rentederivaten worden voornamelijk als risico verminderend instrument ingezet in het kader van balansbeheer. De mogelijke renteherzieningen in de posities van de bank worden regelmatig getoetst aan de gestelde limieten. Zowel de gap-analyse als een intern ontwikkeld model voor scenario-analyse worden daarbij gehanteerd. Het instrumentarium is goedgekeurd door De Nederlandsche Bank N.V. Op basis van de posities ultimo 2001 kan worden berekend dat, ceteris paribus, een stijging van de geldmarktrente met 1% tot gevolg zal hebben, dat de totale rentebaten, over een geheel jaar gemeten, dalen met 4,4 miljoen. Daarentegen zal een stijging van de kapitaalmarktrente met i% een positieve invloed hebben van 0,6 miljoen, wederom gemeten over een geheel jaar. Een parallelle stijging van de gehele rentestructuur zorgt derhalve, bij verder gelijkblijvende omstandigheden, voor een afname van de rente van 3,8 miljoen op jaarbasis. Uit de gap-analyse komt naar voren, dat een parallelle verhoging van de gehele rentecurve de contante waarde van de uitstaande posities aan het eind van 2001 slechts in geringe mate negatief beïnvloedt. Het liquiditeitsrisico omvat het risico dat de bank niet kan voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van opgevraagde gelden. In dit kader worden een tweetal limieten door De Nederlandsche Bank N.V. gehanteerd. De bank voldoet ruimschoots aan de gestelde normen. 23 FRIESLAND BANK JAARVERSLAG 2001

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesland Bank | 2001 | | pagina 29