Tot het midden van de
negentiende eeuw is
reizen een tijdrovende
onderneming. Veerschepen
gaan traag maar zijn
comfortabel. Met de
diligence gaat het
sneller, maar na een
flinke tocht zijn ‘de
reizigers geradbraakt.
Dt plezierigste lijn is Leeuwarden-Ansterdam;
met de boottocht Stavoren-Enkhuizen
Voor de komst van de stoomtrein kost een reis Leeuwarden-
Amsterdam meer dan een dag. De reis per diligence naar Zwolle
duurt zonder oponthoud tien uur, vervolgens naar Amsterdam bijna
nog eens die tijd. De reiziger doet er via Harlingen met een bootreis
over de Zuiderzee korter over, maar die reis is niet comfortabel en
wordt bij ijsgang gestaakt. Erger is de Groninger reiziger eraan toe.
Die is voor een reis naar Amsterdam dagen kwijt; naar Harlingen al
een uur of tien. Vanaf 1866 is hij met de trein na 2,5 uur al in
Harhngen en dan is het nog een kleine acht uur met de boot.
Twee jaar later kan deze reiziger ook over Leeuwarden en Meppel
naar Zwolle en zo verder naar Amsterdam ‘treinen’, een reis van
twaalf uur. En opnieuw twee jaar verder, in 1870, kan hij de nieuwe
spoorüjn over Assen naar Zwolle nemen. De trein stopt bijna overal
en op deze rechtstreekse lijn kost de reis naar Amsterdam meer dan
een dag. De Stationsherbergen spinnen er garen bij.