Onroerende zaken niet in eigen gebruik worden gewaardeerd tegen opbrengstwaarde bij willige verkoop,
met uitzondering van in aanbouw zijnde panden, die voor de bestede kosten worden opgenomen.
De bedrijfsmiddelen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder toepassing van jaarlijkse lineaire
afschrijvingen afhankelijk van de geschatte levensduur.
Voorzieningen
De in de Voorziening voor pensioenen en VUT begrepen verplichtingen betreffende de regeling inzake
vrijwillig vervroegde uittreding (VUT) zijn berekend met inachtneming van deelnamekans en sterfterisico
en contant gemaakt tegen een rekenrente van 5% (1999: 4%).
De Voorziening voor latente belastingverplichtingen is bestemd voor belastingverplichtingen die in de
toekomst kunnen ontstaan in verband met tijdelijke verschillen tussen fiscale en commerciële waardering.
De latente belastingen betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen de contante waarde,
waarbij deze contante waarde wordt bepaald door discontering op basis van de nettorente en loopduur
van de desbetreffende latenties. Onder nettorente wordt verstaan de op langere termijn te verwachten
rente van langlopende leningen onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief.
De overige latente belastingen worden opgenomen tegen het nominale tarief.
Fonds voor algemene bankrisico's
Dit fonds is ter dekking van de algemene risico’s verbonden aan het bankbedrijf. Vanwege het feit dat de
fiscale autoriteiten het fonds fiscaal niet accepteren, zijn de ontstane actieve latenties met het fonds gesaldeerd.
Wettelijke reserve niet-uitgekeerde winst deelnemingen
Een wettelijke reserve wordt gevormd voor winsten van deelnemingen welke niet worden uitgekeerd.
Grondslagen voor resultaatbepaling
Baten
De rentebaten en rentelasten worden verantwoord in het boekjaar waarop zij betrekking hebben.
Renteresultaten op off-balance-sheet-instrumenten die dienen om de eigen positie van de bank af te
dekken, worden overeenkomstig de gehedgde positie verantwoord. De provisiebaten en provisielasten
worden ten gunste gebracht van het boekjaar waarop zij betrekking hebben.
Lasten
De personeels- en andere beheerskosten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking
hebben. Bij de berekening van de belastingdruk wordt rekening gehouden met fiscale faciliteiten zoals de
deelnemingsvrij stelling.
De overige met de waardering van activa en passiva samenhangende resultatencomponenten zijn reeds
toegelicht bij de Grondslagen voor de waardering.