lillSiS
Door de spoorwegen krijgt
het landschap er een nieuw
fenomeen bij. Bij dijken
en landwegen, in het lage
land vaak samenvallend,
gaan spoordijken het
landschap doorsnijden.
Voor veiligheid en comfort
trachten de maatschappijen
de tracés zo’n recht
mogelijk beloop te geven.
CMOUCHOOl
DElFZUl
WoojÉ»li-W»rarlJ
.Wrdum
IMprl iariiliw.t>^rM
V. AKj '*^*’•»■6
munf— trasum
OtPuflCj
wm
tUknim
ist»sin
{halen
Tussen Assen en Hoogeveen komt in 1870 een kaarsrecht tracé,
het langste rechte stuk spoorweg van het hele land: 30 km. De vrij
oostelijke route langs Hoogeveen wordt bepaald niet gekozen vanwege
een verwacht groot reizigersaanbod, maar omdat het spoor dan niet
over veenbodem hoeft te worden aangelegd. Bovendien kan de liniaal
zonder problemen worden gehanteerd waar elders vaak ingewikkelde
en tijdrovende onteigeningen nodig zijn. Dergelijke belemmeringen
ondervindt de HIJSM wel bij de aanleg van het tracé van Leeuwarden
naar Stavoren. Het stuk van Leeuwarden naar Sneek kan na jarenlange
oponthoud van onderhandelingen en onteigeningen op 16 juli 1883
in gebruik worden genomen. Zonder feesttrein, want het plezier is
vooraf al vergald. Het stuk van Sneek naar Stavoren moet door het
merengebied op een slappe veenbodem worden aangelegd. Er komt
onder de bielzen met rails een zandbed van liefst drie meter.
Een kostbaar werk. In 188S besteedt de spoorwegmaatschappij dan
ook de veerdienst tussen Stavoren en Enkhuizen aan om verbinding
met het Noord-Hollandse net te verkrijgen. Op 8 november 1886
kunnen de eerste reizigers naar Stavoren reizen om daar de boot naar
Holland te pakken. In Friesland, Groningen en Drenthe worden na
de aanleg van de hoofdhjnen gedurende de tientallen jaren rond 1900
nog honderden kilometers spoor gelegd; voor de lokaalspoorwegen
en later ook voor de tramwegen. Friesland krijgt zelfs het dichtste
tramwegnet van het hele land.
Het dichte spoorwegnet in het Noorden
Het spoor van Franeker naar Harlingen;
op de achtergrond het Hitzumerbinnenpad,
een oud tramtracé.