De elf Friese steden
aiiiir-iM«
Friesland zich tot handelsplaatsen qiet internationale relaties. Na Leeuwarden en Bolsward
volgden andere plaatsen. Dehandel met de nabije Duitse Hanzesteden Bremen en Hamburg
was intensief en in het Hamburgse Schuldbuch van 1288 zijn dan ook de namen te vinden van
Groningen en Stavoren; het blijkt dat ook Workum, Harlingen, Dokkum en wat kleinere
plaatsen en de grote kloosters Mariengaarde, Klaarkamp en Oldeklooster handelspartners van
Hamburg waren. Van Dokkum, een oude nederzetting met een diep in het land gelegen
zeehaven, is dat te verwachten, maar de positie van Harlingen is verrassend, omdat het toen nog
een bescheiden buurtje aan zee was. Voor het dichtbevolkte Friesland werd vooral graan gehaald
uit de Baltische Bocht en op de heenweg gingen vanaf de dertiende eeuw grote partijen baksteen
als ballast naar het oosten. De meeste van de huidige Friese steden kregen de stedelijke positie
pas in de loop van de veertiende eeuw. Die elf steden hadden al ver voor hun bestuurlijk-
juridische stadsvorming vooral door de internationale handel een compleet gedifferentieerde
infrastructuur in sociaal-economische zin, waardoor ze door de Hanze als steden werden
behandeld. Het kleine Sloten werd bijvoorbeeld al ruim vóór 1400 als stad erkend door het
machtige Hanzeverbond. Sloten was van groot belang voor het doorgaande handelsverkeer,
P
strategisch als het lag op de oude weg van Stavoren naar Westfalen. Bovendien bood het over
water vanaf de Zuiderzee toegang tot het Friese achterland. De contacten van Bolsward met de
Hanze dateren pas uit het einde van de vijftiende eeuw, toen de eens zo stérke en invloedrijke
stedenbond van de Hanze al op zijn retour was en de concurrentie van de Hollandse en Zeeuwse
steden begon te komen.
b: Naast de oude koopstad Stavoren ontwikkelden ook andere nederzettingen in Westlauwers
Vanuit zee kon zonder
belemmeringen helemaal
tot de Zijl van Dokkum
worden gevaren