De Hanze
m
Hanzesteden zijn trotse steden. Ze putten vrijwel allemaal representatie en zakelijk decorum uit
hun roemruchte verleden. Zelfs steden die maar zijdelings met de internationale organisatie van
kooplieden - die zich tot stedenbond ontwikkelde - te maken hadden, staan zich erop voor
Hanzestad geweest te zijn. Ze hebben geluk, want de criteria zijn onwis en de documenten
waarop een en ander gegrond is, beperkt. De Hanze ontwikkelde zich van een privaatrechtelijke
organisatie van kooplieden, een partner-economie, tot een publiekrechtelijke bond van handels
steden. Ze hadden macht, maar het Hanzeverbond streefde uitsluitend economische doelen na,
al hadden twee leden, Bremen en Hamburg, ook territoriale ambities. De Hanze trachtte in
vreemde landen privileges, rechten en bescherming te verkrijgen en zo laag mogelijke lasten van
tol, accijns en invoerrechten. De ‘verenigde steden van de Duitse Hanze’, zoals de officiële
naam luidde, ontwikkelden in de Middeleeuwen een verfijnd opgezette handelsorganisatie die
in de geschiedenis haar weerga niet heeft. Niet te vergelijken met de huidige multinationals en
evenmin met internationale organisaties als de EG. De organisatie van de Hanze was primitiever
en gelijk verfijnder. Dat neemt niet weg dat steeds meer van de oude Hanzesteden binnen de
nieuwe, en niet uitsluitend op economische doelen gerichte internationale organisatie als de EG
komen te liggen; de steden in de Baltische Bocht komen ook eens aan de beurt.