16
markten. Hoewel de eerste maanden van 1997
een continuering van deze bewegingen liet
zien, bestaat er naar onze mening toch een
aanzienlijke onzekerheid over de richting waar
in rente- en aandelenmarkten zich in de loop
van dit jaar zullen bewegen. Deze onzekerhe
den in aanmerking nemend acht de bank niet
temin een duidelijke verbetering van het resul
taat mogelijk in samenhang met een verdere
groei van de bedrijfsactiviteiten.
RESULTATEN
RENTE, RENTEBATEN EN RENTEMARGE
In 1996 zijn de korte en de lange rente verder
gedaald ten opzichte van de historisch al lage
niveaus aan het einde van 1995. Zo bedroeg de
3-maands interbancaire rente per ultimo van
het jaar 3,1% en kwam het rendement op
10-jarige staatsobligaties uit op 5,7%, een da
ling met 0,4% ten opzichte van 1995 en het
laagste niveau gedurende de afgelopen jaren.
Deze lage rentestanden bleven niet zonder ge
volgen voor de kredietverlening. Met name de
markt voor woninghypotheken groeide krach
tig; daarbij verschoof de voorkeur van het pu
bliek duidelijk naar variabele of relatief korte
looptijden. De gedaalde rente betekende bij de
toevertrouwde middelen enerzijds een ver
schuiving naar de langer lopende hogerrenten-
de spaarproducten en anderzijds een vergrote
belangstelling voor nieuwe spaar- en beleg
gingsvormen.
De netto rentebaten stegen met 8% tot
f 113,6 miljoen. Ook in het verslagjaar kon een
verdere verkrapping van de rentemarges op de
verschillende debet- en creditproducten wor
den geconstateerd, mede vanwege de uiterst
scherpe concurrentieverhoudingen op de
Nederlandse markt. De stijging van de rente
baten is mede terug te voeren op de belang
rijke groei van het kredietbedrijf. Daarnaast kon
de bank door een actief balansbeheer additio
nele rentebaten genereren. Al met al resulteer
de dit in een bescheiden toename van de ren-
temarge.
OPBRENGSTEN UIT EFFECTEN EN
DEELNEMINGEN
De baten uit deelnemingen namen toe met
28% tot f 20,8 miljoen. Deze stijging hangt voor
een deel samen met de uitstekende ontwikke
ling van het resultaat bij onze deelneming in
Van Lanschot’s Beleggings-Compagnie B.V.,
de houdstermaatschappij van F. van Lanschot
Bankiers N.V. Daarnaast ontwikkelde ook het
participatiebedrijf van de bank zich voorspoe
dig, zowel wat betreft het aantal participaties in
industriële en dienstverlenende bedrijven, als
ook wat betreft de gang van zaken bij deze
deelnemingen. De bank beschouwt haar parti
cipatiebedrijf als een kernactiviteit bij haar
totale dienstverlening aan het bedrijfsleven,
waarbij - in het kader van een verschuiving in
de aandeelhoudersverhoudingen, of in het ka
der van een overname- of investeringsfinancie-
ring - steeds minderheidsbelangen worden
genomen. De bank streeft ernaar haar profes
sionele standaards en expertise op dit gebied
verder te verbreden en haar relatiekring uit te
breiden.
PROVISIES
De totale provisiebaten vertoonden in 1996
een duidelijke toename met 11 tot f 29,8 mil
joen.
Friesland Bank Jaarverslag 1996