20
joen (8,6%) heeft voornamelijk betrekking op
de waardering van het 25%-belang in F. van
Lanschot Bankiers.
Bij de passiva vertoonden de Spaargelden een
geringe stijging met f41 miljoen tot f2.672
miljoen (1,5%). Deze stijging was deels het
gevolg van substitutie van vervallende Schuld
bewijzen in als Spaargelden aan te merken
tegoeden. Binnen de Spaargelden was er spra
ke van een verschuiving van de kortlopende
deposito’s naar spaarvormen met een langere
rentelooptijd, en naar hogerrentende direct op
vraagbare tegoeden. Bij de niet op de balans
voorkomende beleggingsfondsen van de
bank, waarin hoofdzakelijk door particuliere re
laties van de bank wordt belegd, steeg het to
tale fondsvermogen met f 37 miljoen tot f 366
miljoen. De Overige toevertrouwde middelen
stegen met f 292 miljoen tot f 3.041 miljoen
(10,6%). De stijging van de post Overige schul
den met f 62 miljoen kan worden verklaard uit
incidentele mutaties in het bancaire verkeer.
Het totaal van Toevertrouwde middelen,
Schuldbewijzen en beleggingsfondsen kwam
per einde verslagjaar uit op f6.124 miljoen
(1994: f 5.769 miljoen), een toename van 6,2%.
Het Eigen vermogen van de bank bereikte met
de winsttoevoeging 1995 een omvang van
f300 miljoen. De vermogenspositie van de
bank is daarmede zeer solide, en kan de ver
gelijking met andere bankinstellingen met
glans doorstaan. Dit komt ook tot uiting in de
verschillende gangbare solvabiliteitsratio’s. Zo
bedragen de BIS-ratio’s kernkapitaal en totaal
kapitaal per ultimo 1995 9,9% respectievelijk
12,6%. Gecorrigeerd voor het effect van de
deelneming in F. van Lanschot Bankiers bedra
gen de ratio’s 9,9% en 14,0%.
VERWACHTING VOOR 1996
De bank acht voor het lopende jaar een verdere
verbetering van het resultaat mogelijk, zij het
dat deze van een lagere orde zal zijn dan de
sterke winststijging over het jaar 1995. De be
drijfsomvang zal naar het zich nu laat aanzien in
dezelfde orde van grootte toenemen.
KREDIETBEDRIJF
Anders dan in 1994 heeft de kredietproduktie
zich in 1995 in het particuliere bedrijf gelijkma
tig ontwikkeld. Er waren geen extreme pieken
en dalen. Aan de betrekkelijke rust op de wo
ningmarkt kwam echter in de tweede helft van
1995 een einde. Dat resulteerde in een grotere
vraag naar woninghypotheken. Het verslagjaar
stond voorts in het teken van een steeds verder
gaande daling van de hypotheekrente. Uitein
delijk kwam het tot een historisch dieptepunt.
De lage hypotheekrente en de lage inflatie ble
ken een activerende invloed te hebben op de
woningmarkt. Als gevolg daarvan liepen de
huizenprijzen op. Over het gehele jaar kwam de
landelijke prijsstijging uit op 4%. De gemiddel
de stijging in Friesland liep zelfs op tot 8%.
De Netto Egaal Hypotheek, geïntroduceerd
begin 1995, bleek een schot in de roos. Voor
deze hypotheekvorm met gegarandeerde ge
lijkblijvende netto woonlasten bestond grote
belangstelling. De klanten kwamen niet alleen
binnen via ons kantorennet, maar ook via het
intermediair.
Het verslagjaar werd afgesloten met een totale
hypotheekverstrekking aan particulieren van
f 325 miljoen. De vraag naar consumptieve be
stedingen en kredieten bleef met een bedrag
van ruim f 70 miljoen op het peil van 1994.
De ontwikkelingen in de zakelijke markt waren
gunstig. De groei van de zakelijke kredietenpor-
Friesland Bank Jaarverslag 1995