Verslag van de Raad van Bestuur
il
Het Nederlandse bankwezen is dit decennium
beland in een periode van stormachtige ont
wikkelingen. Deze zullen het aanzien van onze
sector ongetwijfeld ingrijpend veranderen.
Wanneer wij ons beperken tot de belangrijkste
ontwikkelingen, dan dienen wij in de allereerste
plaats te noemen het concentratieproces in het
bank- en verzekeringswezen. Tot 1990 gold
het zogenoemde structuurbeleid, dat een ge
nerieke scheiding aanbracht tussen het bank
en verzekeringswezen. Deze scheiding werd
gehanteerd om onder meer te voorkomen dat
banken en verzekeraars binnen de Nederland
se economie een te zwaarwegende positie
zouden verwerven en andere economische
sectoren zouden gaan beheersen. Dit beleid nu
werd in 1990 geliberaliseerd.
In reactie daarop vond in een heel kort tijdsbe
stek een aantal belangrijke fusies plaats. Deze
fusiegolf was niet het gevolg van stagnatie of
van een marginale situatie in deze sector. Het
Nederlandse bankwezen was en is traditioneel
erg sterk. Recentelijk is dat opnieuw naar voren
gekomen uit een internationale vergelijking van
banken door het Amerikaanse kredietbeoor-
delingsbureau Moody. De kredietwaardigheid
van de grote Nederlandse banken werd zeer
positief beoordeeld. Moody merkt Nederland
zelfs aan als een van de sterkste bankenlanden
ter wereld.
Het fusieproces werd daarentegen vooral ge
voed door het streven naar verdere schaal
grootte. Die zou moeten uitmonden in een om
vang die de grote Nederlandse banken ook in
ternationaal zou doen meetellen. Dit kwam
overeen met de opzet van de Nederlandse
overheid, die - uitgaande van een Verenigd
Europa op de middellange termijn - van me
ning was dat het Nederlandse bedrijfsleven
daarop tijdig voorbereid moest zijn. De nood
zaak daartoe werd zo dwingend geacht, dat de
vroegere bedenkingen tegen een te sterke
concentratie terzijde werden geschoven.
Terwijl de eenwording van Europa vertraging
lijkt op te lopen, kwam een sterke concentratie
in het bank- en verzekeringswezen al binnen
enkele jaren tot stand. Zo hebben de drie
grootste banken in Nederland momenteel circa
80% van de binnenlandse markt in handen.
Een zo hoge concentratiegraad wordt elders in
Europa nauwelijks aangetroffen. In Duitsland
en Groot-Brittannië bijvoorbeeld nemen de vier
grootste banken respectievelijk 17% en 28%
van de binnenlandse markt voor hun rekening.
Het mag paradoxaal klinken, maar deze hoge
concentratiegraad geeft de resterende middel
grote algemene banken meer speelruimte.
Nederlanders houden van keuzevrijheid en er
varen de nieuwe situatie als zeer beknellend.
Dit blijkt met name bij de zakelijke krediet
verlening. Veel vaker dan voorheen komt de
Friesland Bank daardoor in beeld als eerste of
als tweede bank. Dat zien wij niet alleen gebeu
ren binnen de eigen regio, maar vooral ook
daarbuiten.
Voor een kleine marktpartij als de Friesland
Bank is het van groot belang in beeld te komen
als bankier. Potentiële belangstelling verandert
echter niet automatisch in een zakelijk contact.
Daartoe moet onze bank qua mentaliteit en
deskundigheid beantwoorden aan de wensen
en verwachtingen van deze nieuwe categorie
van geïnteresseerde ondernemingen.
In dat verband is het een groot voordeel dat de
Friesland Bank vanouds een algemene bank is.
Vanaf haar oprichting in 1913 heeft zij zich ge
Friesland Bank Jaarverslag 1995